324 THE MEETING OP. THE 2ND OP APEIL 1966 IN KRAANTJE LEK Helaas moest cle nieuwe president zijn loopbaan beginnen met twee treurige tijdingen. Onze Branch leed twee grote verliezen. Mejuffrouw T.Kloes uit Haarlem zal in onze herinnering voortleven als een stille in den lande, die beschaving paarde aan een artistiek talents het bespelen van de luit. Verder - ontviel ons de hoogbejaarde dichter- medicus Tjebbo Franken. Wie van ons zal ooit de ontroeren de rede vergeten die deze vereenzaamde figuur op 20 juni 1964 uitsprak nadat hij zijn lieve vrouw verloren had? Niet droevig maar wel onplezierig was een bericht uit Londen. De heer Greaves heeft verschil van mening met de Fellow ship. Hopelijk zal een en ander spoedig in der minne ge schikt worden. Na al deze narigheid goed nieuwss er gaat een groot con tingent leden van de Haarlem-Branch naar de Annual Confe rence in Bath. Wanneer Miss Pross spreekt over „hundreds" is zij er naast maar wanneer zij het over „dozens" heeft is zij er tamelijk dichtbij. (A Tale of two Cities, ch.Vl). Wij hadden hoog bezoek. De heer Charles Dickens uit Dordrecht deed ons de eer aan in ons midden te willen zijn. De heer Bomans - opgehouden door de Boekenweek - naderde juist op tijd om de lezing van de heer Marius Beek aan te kunnen horen. Die er niet waren zullen zich de haren uit het hoofd rukken, dat zij deze lezing, getiteld „Dickens' Theatre"., gemist hebben. De speech was zodanig afgestemd op high-brow people dat wij met Mrs Chick „an effort" moes ten maken. (Dombey Son, ch.Il). Er mochten vragen ge steld worden en de heer Bomans hield een rede over realis me en de ik-figuren. David en Pip. De heren van Oorschot en Jo Beek waren het oneens over het al of niet uit de verf komen van Davids reis na het overlijden van Dora. Tot de heer Jo Beek op een houten brugje wees en als overwin naar uit het strijdperk trad. (David C., ch.LVIIl). De bediening was vlug, het eten goed en niet duur. Vergeten wij niet, dat de heer Overbeek onder de lezing vloeiend Eussisch tolkte. Een vergadering die op hoog peil stond, dachten wij inwendig. L.C.O.-B.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1967 | | pagina 24