Voor degenen die het nog niet wisten, een „ramble" is een zwerftocht door Dickensland. Head Quarters organiseert er altijd een vlak na de Annual Conference» Het is zeer zeker de moeite waard om er uw verblijf in En geland voor te verlengen» Louise Overbeek-Sreij NIET VELEN weten dat DICKENS een voortreffelijk schrij ver was» Hoe dat komt weet ik niet. Er schijnt iets zelf- wegcijf er ends aan de man te zijn geweest, wat na een eeuw nog in zijn boeken doorwerkt. Het is dan ook merkwaardig te zien hoe de lieke liefhebbers van DICKENS' werk op een beschermende toon over hem plegen te schrijven. Nu zijn het er ook soms de bewonderaars naars De Chesterbelloc en zijn sub-aap (de aap is Van Duinkerken) BOMANS b.v»! Steve Marcus, schrijver van Dickens from Pickwick to Dom- bey is van beter gehalte, maar zelfs bij hem is de bescher mendheid niet geheel afwezig» Nu heeft hij daar iets meer reden voor dan de voornoemde mala fide wensdromers, want hij behandelt aspecten van romans van Dickens in verband met wat er van diens eigen leven bekend is en Dickens blijkt niet iemand te zijn geweest, die te benijden was (maar Y/ie is dat ooit?). Marcus doet dit met inzicht en sympa thie, maar met niet genoeg inzicht, of misschien persoon lijkheid en talent want schrijven over schrijvers is ook schrijven. Men kan uit zijn boek veel interessants te weten komen, maar verliest nooit het gevoel, dat het schrijven van een aantal hoofdstukken over een groter aantal lange romans een futiele bezigheid is» (P.Th.Lehmann in Litterair Paspoort 2-4-'66) HET WOOED IS AAN.CHAHLES DICKENSs Er zijn weinig momenten in 't leven, waarin men zoveel narigheid beleeft en zo weinig'medeleven ervaart als wanneer men zijn afge waaid hoofddeksel naloopt. (Haarlems Dagblad 7 januari 1967») 331

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1967 | | pagina 31