338 op Godfriediaanse wijze. Iedere keer richtte hij zich spe ciaal tot de jonge garde tot hun lering en tot hun ver maak. Vergeten wij ook niet de fotograaf die een "bijzondere gave "bezat voor het nadoen van etende lieden. Onder de rede van Ds. van der Meiden (over het geloof van Dickens, uiteraard) ging er een bord rond voor een taaie draadnagel aan zijn kerk. (Wij mogen bij de onthulling van de plaquette zijn). De collecte bracht f. 15s41 op, plus een postzegel van 2 cent en een valse munt. Een van onze meest real Dickensians, mevrouw Kamerlingh Onnes, „de barones", bracht hulde aan de heer van Oorschot, die als eerste op het idee van een leeskring kwam.(5 maart 1958). Vervolgens belichtte deze heer het Circumlocution Office van een nieuwe zijde. (Little D.). Mevrouw Overbeek plaatste zich nu voor de microfoon en bracht „Ode to an Expiring Prog (P.P.,ch.Xl) met veel ge snik. En passant aten we en tekenden een stuk om The Great White Horse Inn te Ipswich te redden. Er werden beeldjes uitgedeeld aan leden die zich verdien stelijk voor de Branch gemaakt hadden. Hierbij was o.a. ons voortreffelijke lid mevrouw Olga Heldring. De heren Pred Brinkman en Leo van Dijk waren op de originele gedachte ge komen een enquête te houden onder vogels van diverse plui mage. De resultaten waren niet gek. Dickens is nu niet di rect „in", maar om nu te spreken van „out", nee...De Life President was ook nog ter sprake gekomen en werd door een inboorling „een wilde liefhebber" genoemd. Een der laatste sprekers was Charles Dickens himself, die ons inlichtingen verstrekte over zijn voorvaderen. Dicken- siaans rondborstig, dachten wij. Master Humphrey's Cloch had onderwijl niet stilgestaan. De obers begonnen verwijtend te kijken. Als één Dickensian be gaven wij ons naai- de garderobe. Voor de heer en mevrouw van Dungen was er nog een verrassing in petto. Zij hadden een bon gekregen en moesten op dit nachtelijk tijdstip op naar het politiebureau. Alle auto's waren tjokvolDe pre sident had een mooie hoed op. L o 0 0 O. _Bo

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1967 | | pagina 38