aantal eigenschappen gemeen waartoe Dickens zich kennelijk voelde aangetrokken zonder zich daar zelf mee te willen identificeren. Die eigenschappen bestaan onder meer uit een zeker dandyismede behoefte om voor een gentleman te worden aangezien, de behoefte aan smetteloze maatschappelijke omgangsvormen. In David Copperfield zelf komt dit snobisme soms aan de oppervlakte. De jonge David lijdt in stilte bij Murdstone Grinby's omdat zijn manieren zo verschillend zijn van die van de andere werkjongens. Hij is bang dat de leerlingen op Dr. Strong's school er achter zullen komen dat hij wel eens iets met The King's Bench Prison te maken heeft gehad. In zijn A Study of Dickens Novels merkt John Lucas op, dat Dickens in David Copperfield Steerforth nodig heeft om een zeker snobisme in de jonge David - dat ook Dickens zelf niet vreemd was - in de figuur van Steerforth van zich af te schrijven. Alleen op die manier zou Dickens de gespleten heid van zijn verlangen naar een burgerlijke klassezekerheid ener zijds en zijn verachting daarvoor de baas (11). VI Maar de figuur van Steerforth staat ook niet alleen in de Engelse literatuur - en trouwens al evenmin in de continentale - van de vorige eeuw. Onze V'estern-heldenzo fraai verbeeld in bijvoorbeeld Sydney Lumet's Once upon a time in the Viest, die het "A Man Alone, An Ancient Race" op de lippen bestorven lijkt te liggen, vinden hun tegenhanger in de romantische held uit het begin van de vorige eeuw. Steerforth is daar een typisch voorbeeld van. "Bad angel Steerforth" behoort tot een reeks van figuren die misschien het beste met "ge vallen engel - type" te omschrijven zijn. Zelfs onze goede Nicolaas Beets heeft zich daar mee bezig gehouden in wat hij zijn zwarte pe riode noemt. De charmante van der Hoogen in de Camera Obscura draagt daar nog de sporen van. Hoe is dat type in de Engelstalige literatuur van de vorige eeuw ontstaan? Mario Praz laat in zijn The Romantic Agony het tweede hoofdstuk voorafgaan door een uitspraak van Baudelaire die vertaald luidt: Ik heb de definitie gevonden van het Schone. Ik ken geen voor beeld van het Schone zonder dat daar iets van het Ongeluk aan is verbonden. Men zal begrijpen dat het mij moeilijk valt niet te con cluderen, dat het meest volmaakte type van mannelijke schoonheid Satan is - op de wijze die Milton schildert. Deze uitspraak dient Praz tot richtsnoer bij zijn beschrijving van de romantische held zoals die in de literatuur aan het einde der achttiende en het begin van de vorige eeuw voorkomt. Milton's Satan - 11 -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1976 | | pagina 14