- 17 - IX De Byroniaanse held draagt als het ware de Albatros nog om de nek. Byron zelf neemt in zijn latere werk duidelijk afstand van zijn aanvankelijke opvattingen. Don Juan, een van zijn laatste werken, probeert een objectief, wat satirisch getint beeld overigens, te geven van de ontwikkelingen die hij zelf heeft meegemaakt. En Dickens? Steerforth rekent Dickens af met het negatieve aspect van de Romantiek. De Byroniaanse held verdrinkt in Coppefield. Alvorens die gevolgtrekking te maken, is het eerst nodig vast te stellen dat Dickens met Byron's werk vertrouwd was. Die vaststelling levert weinig moeilijkheden op. Weliswaar stierf Byron in 1824, toen Dickens twaalf jaar oud was, maar Dickens was, als de meeste Engelsen die lezen konden, op de hoogte van Byron's leven en werk. In zijn brieven citeert hij als vanzelfsprekend fragmenten uit Don Juan (27); in een brief aan Mac lise parodieert hij Byron's verzen aan Thomas Moore (28); hij kent Byron's toneelstukken (29); citeert Byron's Invocation to the Ocean uit Childe Harold (30) en kende overigens Childe Harold zeer goed, getuige zijn spontane parafrase op enkele regels uit het gedicht in een scene die ons door Edgar Johnson wordt verhaald (31). Op een feestje in Broad- stairs in september van het jaar 1840 roept Dickens plotseling uit: "Stand back.' I am suddenly seized with the divine afflatus.'". En, zo gaat Johnson dan verder: "Taking up a pencil, he looked wildly around for a paper, and finding none, stalked to the window and wrote on the white painted shutter: LINES TO E.P., AFTER BYRON: "0 maiden of the amber dropping hair, "May I, Byronically, thy praises utterm "Drunk with thy beauty, tell me, may I dare "To sing thy paens borne upon a shutter" Dit alles omdat Dickens de regels uit Byron's Childe Harold "Dazzled and drunk with beauty" en "The heart reels with its fullness" minder suggestief voor Venus (zoals Byron had bedoeld), dan wel voor gin and water had bevonden. Dickens kende veel mensen die Byron hadden gekend. Leigh Hunt, John Murray, de Countess of Blessington, Charles Babbage (de uit vinder van een voorloper van de digitale computer en zeer intiem bevriend met Lady Lovelace, Byron's dochter uit zijn huwelijk met Annabelle Millbank). Dickens persoonlijke mening over Byron was weinig positief. In een raad aan een jong dichter (een zekere R.S. Horrel) schrijft hij: "It is not the province of a poet to harp upon his own discontent or to teach other people that they

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1976 | | pagina 20