BOMANS TE BUXTON (mei 195 7) Onderstaande dagboek-aantekeningen van Godfried Bomans worden met toestemming van de Erven Bomans voor het eerst gepubliceerd. Woensdag 22 mei 1957. Ruwe zee, het eerste uur ziek, toen naar kooi en in Harwich om 6 uur gewekt. Trein van half 8 naar Londen. Onder weg de uitmuntende essays van George Orwell herlezen. Om 10 uur ten huize van de familie Callender, 91 Westmoreland Terrace. Mrs. Callen- der is een fijn dametje, die in alles op een vogeltje lijkt, behalve de oogleden, die zwaar zijn en haar expressie een onverwachte vermoeid heid geven. Penny opgebeld, die direct van de Academie kwam. Zagen samen de Westminster Abbey met de Poets Corner en het graf van Dic kensHet was helder, zonnig weer, de vlaggen van het Parlement en de House of Lords wapperden in een stijve bries, wat een glorieuze ruimte is dat daar. Zagen de Westminster Hall. Begreep nu veel meer van Londen dan zes jaar geleden, toen ik er diep rampzalig was. Dic- kensiana gekocht in Charing Cross Road, verrukkelijke boekwinkeltjes zijn daar. Stelde Penny overal als een achterkleinkind van Dickens voor en werden daardoor met onderscheiding behandeld. Ging ver over mijn budget, maar zulke zeldzame edities tref je ook nergens. Zuid- afrikaanse zangeres begeleid, lima Smith geheten, die de hele Winter- reise zong en goed ook. Piano erbarmelijk. De avond bij de Callen- ders doorgebracht. Mr Callender, een zoon van de ontdekker van Tut Anch Amons1 graf, een gereserveerde Engelsman, die echter ontdooide in de nonsens, die ik uitkraamde en mij vlak voor het slapen opeens negen sigaren gaf. Donderdag 2 3 mei 195 7. Bezoek met Penny aan Doughtystreet 48, Head quarters van de Dickens Fellowship. Miss Minnards bood ons thee aan in de achterkamer. Bracht verslag uit over de Haarlem-branchHol land, steeds verder uit het oog verliezend dat deze in feite uit drie leden bestaat, zag het Dickens House van kelder tot zolder, schreef mijn naam in het register en vertrok als een full blown president of a flourishing branch. Om acht uur trein naar Buxton, waar ik na vier uur sporen aankwam. Het Palace-hotel een Kurhausachtig geval met een soort turkse grandezza, dat echter niet in staat bleek mij op dit uur iets eetbaars te verschaffen. Van de leden der Fellowship was alleen de secretaris van de Melbourne-branch uit Australië aangekomen, die - 24 -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1976 | | pagina 27