Zaterdag 2 5 mei 19 57. Stamvolle zaal in het Opera-huis. Klokslag
tien kwam de Mayor binnen, gevolgd door Headquarters en de Council
van de Sheffield branch. Bijzonder boeiend was de Call of Branches,
naar anciënniteit, Londen vooraan. De vertegenwoordigers van de op
geroepen branch rezen op bij het noemen van hun stad en bleven staan,
tot het applaus voorbij was. Liverpool was het talrijkst (24 man),
maar geen enkele branch was toch onder de vijf. Tenslotte, helemaal
op het eind, klonk: "Haarlem, Holland!". De ovatie duurde ruim een
minuut. Het was een vreemde gewaarwording, daar op mijn eentje te
staan als vertegenwoordiger van een heel land en opeens voelde ik, dat
er een verantwoording op mij rustte, waarvan ik mij tot dusver niet
duidelijk bewust was. De chairman verzocht mij naar voren te komen,
maar hij had zo'n zwakke stem en ik was op de komende gebeurtenis zo
totaal onvoorbereid, dat het even duurde eer ik begreep, dat het
Charter mij overhandigd zou worden. Van de speech, waarmee dit verge
zeld ging, herinner ik mij niets, maar dit kan ook komen omdat Mr
Mackrell zelfs van dichtbij onverstaanbaar was. Wat mijn antwoord
betreft, had ik de lucky stroke om te beginnen met de verzekering dat
ik nog nimmer een situatie had meegemaakt, waarbij ik zozeer wenste
te delen in het voorrecht van de geachte chairman, n.l. volstrekte on
hoorbaarheid. Een Hollander, die a l'improviste een andere taal moet
spreken, loopt gevaar alleen double dutch voort te brengen. Wist, dat
het Charter mij overhandigd zou worden, maar had als tijdstip het
diner van hedenavond vermoed, ongeveer halverwege tussen de roast
chicken en de bombe glacé, maar iets meer naar het laatste toe.
Geflankeerd door /twee voorbeelden van Engelse schoonheid ware er dan
niets te vrezen geweest, whereas now De Nederlandse branch, op
8 december 19 5 6 gesticht, had tot nu toe op dit document gewacht en
van dag tot dag reikhalzend hiernaar uitgezien. Toen de leden verna
men, dat alleen de handtekening van de Very Reverend Matthews,
President van de Dickens Fellowship en daarnaast in zijn vrije tijd
Dean van St Paul, aan het geschrift ontbrak, begonnen zijn, naarmate
de tijd verstreek, te vrezen dat de Dean bij deze onderneming met de
zelfde moeilijkheden te maken had als wijlen Mr Dick en er maar niet
in slagen kom het hoofd van Karei I buiten het document te houden.
In elk geval toonde hij weinig gelijkenis met die andere Dean uit de
Engelse litteratuur: He was no Swift. De deur, waardoor ik dit podium
betreden had, draagt het opschrift "Emergency".
- 26 -