Ten geleide
December 19 6 7 verscheen Part 2/3, Volume V, no. 14 van The Dutch Dickensian.
Wie kon vermoeden dat het negen jaar zou duren voor het volgende nummer
zou verschijnen. De oorzaken voor deze lange sluimer zijn moeilijk te tra
ceren. Het kan zijn dat de machtsstrijd, die in de jaren zestig woedde tussen
de Haarlemse en Amsterdamse kringen, hier debet aan is. Sporen van die
strijd vindt men terug in nummers uit die jaren. De redactie was toen
stevig in Haarlemse handen en herhaalde malen werd geageerd tegen de
Amsterdamse kring. In het Septembernummer van 19 64 ging Godfried Bomans
zelfs openlijk tot de aanval over. Hij had het bijzonder gemunt op de
praktijken van het tandartsen duo, de gebroeders Beek.
Hoe deze zaak ook gelegen heeft, duidelijk is wie gewonnen heeft. De macht
l ag naar Amsterdam, waar zij nog steeds vast in handen is van genoemde
broeders. De uitgave van The Dutch Dickensian werd gestaakt.
Het wegvallen van de toenmalige onstuimige editor Nico Andriessen kon
kennelijk niet gemist worden. Ook nu weer heeft Nico aan de wieg gestaan
van de hervatte Dutch Dickensian. Hij was het immers, die in Hamdorff te
Laren aan het diner na afloop van de bijeenkomst boudweg aankondigde dat
wij de uitgave ter hand zouden nemen.
Kosten noch moeiten waren ons te veel om ons aan de opgedrongen taak te
onttrekken. Met name de door von Clausewitz geïnspireerde vertragings-
taktiek is door ons op ruime schaal toegepast. Op een gegeven moment moet
men echter de feiten onder ogen zien en de nederlaag erkennen. Het is dan
niet onverstandig de kracht van de vijand te prijzen. De smaad wordt zo
vrijwel uitgewist. En wat voor formidabele tegenstanders hadden wij.
Nico Andriessen is al genoemd. Hij heeft de eerste en achteraf gezien
tegelijk al dodelijke wond toegebracht. Ook de erven Bomans waren ge
duchte tegenstandsters. Aangelokt door hun charmes en verraderlijk be
dwelmd door alcoholica, bevonden wij de volgende dag in ons bezit het
costbare manuscript. Ook deze vluchtweg was voor ons afgesneden.
En geslepenheid stak Marius Beek echter de kroon. Voortdurend heeft hij
ons achtervolgd. Kwamen wij bijeen om een verjaardag te vieren, dan
braden plotseling Lootje en Marius binnen. Iedere verwijzing naar The
)utch Dickensian werd door het echtpaar zorgvuldig vermeden. Ook oog
opslag en mondhoeken verrieden niets. U begrijpt dit was niet vol te
louden.
A
_L