in haar omvang wordt bepaald door het uitgangspunt van Bomanseen
humoristisch boek te schrijven. Soetaert concludeert dan ook, dat
Bomans vooral door de humoristische visie van Dickens is beïnvloed.
Dat maakt duidelijk, dat wat Dickens betreft het belangrijkste
materiaal voor de vergelijking tussen Copperfield en Bas beperkt
is. Het schuilt in de beschrijving van de adoratie die David voor
Steerforth koestert zoals Bas voor Delsing), en in het hoofdstuk
A Retrospect uit Copperfield, waarin David's kalverliefdes worden
beschreven. Door een groot aantal voorbeelden maakt Soetaert
duidelijk, dat het hoofdstuk Bekentenissen in Pieter Bas op David's
terugblik is geïnspireerd. En volgens Soetaert is niet alleen
Bomans, maar ook de tekenaar van Pieter BasHarry Prenen, door
zijn "collega" Phiz beïnvloed. Als bewijs daarvoor publiceert
Soetaert Prenen's tekening uit Pieter Bas blz. 2 4 in de 2 2e druk
van 1971), waarin wij Pieter Bas in de kerk zijn liefde voor
juffrouw Vriesland zien overdenken, naast Phiz' gravure in David
Copperfield (blz. 63 in de Penguin Books editie van 1971) waarin
wij David eveneens in een kerk zien zitten.
Waarin ligt de gelijkenis met Erik en werk van Dickens. Soetaert
bespeurt gelijkenis in de beschrijving van de wespenfamilie
Vliesvleugel en de Hunter-familie uit de Pickwick Papers.
Zo de ontmoetings-scene tussen respectievelijk Erik en de heer van
Vliesvleugel en Pickwick en Leo Hunter: Mag ik mij voor
stellen: van Vlies vleugelHij trad enige schreven terug orn te
zien welken indruk deze naam op Erik maakte". En "I am Mr Leo
Hunter. - the stranger paused, as if he expected that Mr Pickwick
would be overcome by the disclosure; but seeing that he remained
perfectly calm, proceeded Naast overeenkomst in stijl, acht
Soetaert overeenkomst aanwezig in het taa.lgebruik in Erik en de
Pickwick Papers: in beide boeken vindt men een onderscheid tussen
de gewone betekenis van de woorden en het conventionele taalgebruik
(van de maatschappij der insecten in Erik, respectievelijk de
maatschappij die Pickwick en zijn naaste volgelingen omringt).
Aan de controverse tussen deze twee ontlenen beide boeken hun
grootste kracht. Die kracht is dan gefundeerd in de voortdurende
verwondering waarin zowel Erik als Pickwick verkeren over de hen
omringende werkelijkheid. Zij maakt dat degenen die "gewoon zijn"
Erik en Pickwick zijn.
Diezelfde verwondering staat centraal in Bomans Pa Pinkelman.
- 56 -