Vierde Lustrum in het Parkhotel te Amsterdam.
Harry Prenen 11 december 1976.
Feest is het, en wel met reden
twintig jaar is het geleden
(in 't Latijn, naar censors recht)
't vierde lustrum zogezegd)
dat in Haarlems groene dreven
dit gezelschap kwam tot leven
als een nieuwe buitenwijk
van het Britse Koninkrijk.
Zie, daar toog naar Overveen
een illustere schare heen
zogezegd de follow up
van de oude Pickwickclub
met hetzelfde heilig vuur
mannen van het eerste uur
dames ook naast hun galante
lettervrienden, geestverwanten
saamgeperst in één vertrek
van 't benauwde Kraantje Lek
om, tussen de pannekoeken
daar de oprichting te boeken
bij de bierpomp en de tap
van de Dickens Broederschap
in het zog van 't moederschip
van de Britse fellowship
dat voor 't eerst de steven wendt
herwaarts naar het Continent.
Dit gebeuren vieren wij
met de pionier erbij.
Want bekijk hem nu eens nader
onze geestelijke vader
Nico, aan wiens vruchtbaar brein
wij goddank ontsproten zijn
lijfelijk niet, maar naar den geest
dat is Nico's werk geweest.
Hij, een onnavolgbaar zwetser
tafel-speecher, kleurrijk kletser.
- 4 -