En nog was het niet de laatste keer.Het werd maart voordat het portret klaar was. Dickens nam zijn vriend Collins mee om diens oordeel te horen; Wilkie had een goede kijk op schilderijen. Zijn reactie was: "Eigenlijk kan geen sterve ling ogen schilderen". Dickens zelf bleef bij zijn conclusie dat het portret helemaal niet leek. Maar het zette hem wel aan het peinzen: "Het is natuurlijk mogelijk dat ik mijn eigen gezicht niet ken..." Zou hij geweten hebben dat Scheffer zich "le peintre des ames" noemde De schilder speurde en observeerde net zo lang tot hij een bepaalde geestesgesteldheid zag. Op het portret van Talleyrand bijvoorbeeld, is het geheimzinnige karakter van die oude ervaren sta man treffend, Scheffers "Chopin" is de componist van de nocturnes. En Dickens is het aan te zien, hoe rusteloos zijn brein bezig was: de prachtige ogen op de verte gefixeerd, de werklustige handen niet bepaald berustend gevouwen. Hij kijkt, zoals wij dat wel doen in een trein: naar buiten starend als we onze medereizigers niet willen zien, in gedachten vèr achter de horizon. Met welwillende medewerking van de en de hulp van geschriften van zijn John Forster. directeur van het Dordrechts Museum twee voorgangers en de biografie van f - 65 -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1978 | | pagina 66