- 16 -
Dickens voor -jeugdige lezers.
Evenals in Engeland zijn door de jaren heen ook in Nederland vele
Dickens-verhalen voor de jeugd bewerkt. Er werd uit Dickens voorge
lezen, zijn hoofdpersonen, vooral de kinderfiguren zoals Nelly,
Olivier Twist, David Copperfield en Nicolaas Nickleby, waren voor de
jeugdige lezers zeer herkenbaar.
Busken Huet schreef in 1864 een herinnering uit zijn Haarlemse periode
op in het tweede deel van zijn "Litterarische Fantasien". Een
Haarlemse fabrikant had een soort avondschool opgericht, waar de fa
briekskinderen na afloop van het werk bijeenkwamen. Huet was in 1860
belast met de geestelijke zorg van deze bij het gaslicht samenkomende
"lompen- en klompenparade", zoals hij het treffend typeerde. Hij gaf
daarover de volgende beschrijving:
"Elke afdeling telde omstreeks vijftig zielen, althans ligchamen.
Ik geloofde nog, dat het onderwijs in zulk eene school samenge
steld uit leerlingen van zoo onderscheiden leeftijd, de eener.
nog bijna kinderen, de anderen volwassen knapen of aankomende
jonge vrouwen, uitsluitend bestaan moet in voedsel voor de ver
beelding... Jeugdige fabrieksarbeiders die een acht- of tiental
uren ('s zomers duurt de werktijd nog langer) doorgebragt hebben
in eene met stoom en smeerdelen bezwangerde atmospheer, aan de
zijde van een altijd snorrend wiel of tegenover een steeds
ratelend weefgetouw, kunnen, wanneer de avond gevallen is en de
bengel het staken van den arbeid aangekondigd heeft, niet nuttig
beziggehouden worden met inspanning vorderend onderrigt. Een
sterk hoofd behoort onder dit volkje, dat geenszins de bloem der
stedelingen vormt, tot de zeldzame uitzonderingen. Ligchamelijke
vermoeidheid stemt hen bovendien tot slaperigheid: en alleen de
onderwijzer schijnt hier iets aan te kunnen uitrigten, die het
aangename op den voorgrond plaatst en van de les een vrolijk
uurtje maakt".
Huet trok uit deze overtuiging zijn conclusie, en hield de jeugdige
toehoorders bezig met het voorlezen van begrijpelijke lectuur, zoals
"Ferdinand Huyck" en "De Pleegzoon" van Van Lennepde dichterlijke
verhalen van Van Zeggelen en hoofdstukken uit "De Pickwick
Papers"
Dat uit het werk van Dickens ook in de "betere" kringen van de vorige
eeuw werd voorgelezen, daarvan getuigt de volgende passage uit het
herdenkingsartikel van Jer. de Vries (1838-1915) in het weekblad