- 25 -
In het tijdschrift BZZLLETIN, nummer 88, 10de jaargang, september
1981, verscheen een bijdrage van James Brockway: "De donkere kamer van
Dickens", waarin de schrijver het "merkwaardigste" aan Dickens poogt
te benaderen en te illustreren: "zijn haast ongelofelijke energie".
Natuurlijk is er veel meer in ons taalgebied over Dickens gepubli
ceerd. Voor die Nederlanders die nog in de vorige eeuw waren geboren
was Dickens haast niet te vermijden. Voor de laatste der tachtigers,
Lodewijk van Deyssel, behoorde het werk van Dickens niet tot "de
groote Literatuur", maar in zijn essay "Dickens' David Copperfield"
(1932) was hij het eens met de uitspraak dat men met de lectuur
"hoogst aangename uren doorbrengt".
Behalve van Deyssel waren er ook andere letterkundige grootheden die
een essay over Dickens en/of zijn werk schreven. Simon Vestdijk ging
in zijn studie "Dickens als psycholoog" in op een vergelijking van
Dickens met Kafkaen dat naar aanleiding van het herlezen van "Bleak
House", daarbij een parallel trekkend met "Der Prozess" van Kafka.
Theun de Vries gaf blijk van zijn begrijpelijke voorkeur voor Dickens'
"A tale of two cities", een boek dat hij vertaalde en mede aanleiding
was voor een tweetal essays: "Dickens en de Franse revolutie" en
"Charles Dickens en de Britse Bourgeoisie in de 19de eeuw".
Meer nog dan in letterkundige tijdschriften werden over Dickens, zijn
werk en Dickensiaanse festiviteiten artikelen geschreven in kranten
en populaire weekbladen. Vooral de decembermaand inspireerde tot der
gelijke bijdragen: een verslag van een toneelbewerking door Ed
Veterman van "Scrooge en Marley" in nr.52 van de Katholieke Illu
stratie van 1937, in de AVRO-radiobode, kerstmis 1937, een beschouwing
over "Kleine Dorrit, Dickens op zijn best", met de aankondiging van
het hoorspel "De Kleine Dorrit", naar de roman van Charles Dickens,
door Cor Hermus, en met spelleiding door Kommer Kleyn, "Vier Kerstmis
met Charles Dickens" in nr.52 van het damesblad Beatrijs van 1959,
"Een kerstlied dat nooit oud wordt" in het laatste nummer van de
Libelle uit 1965, "In het voetspoor van Charles Dickens" in de kerst-
bijlage van de Goudse Courant in 1982, etc.