- 29 -
De roman, het burgerlijk epos bij uitnemendheid, vertoonde in dit
burgerlijk-liberaal tijdvak geen grote bloei waar het de kwaliteit be
trof, na 1850 viel er over kwantiteit niet te klagen. Het was de
geliefkoosde lectuur bij de huiselijke haard. Een belangrijke eigen
schap was de omvang: twee delen was het minste waarop mocht worden
gerekend. De lezer diende dus wel alle tijd te hebben.
Verder had de lezer bepaalde verwachtingen van een roman, met name
wat men in die tijd plachtte te noemen "goedkope aandoeningen en ver
wikkelingen". Tranen werden er gestort door de aangedane lezer bij de
nooit ontbrekende motieven als verdwenen of te vondeling gelegde
kinderen, al of niet valse pleegouders, een geweigerde huwelijkstoe
stemming etc.
De hoofdpersonen waren of werden op de meest onmogelijke manieren aan
en met elkaar verbonden, kwamen elkaar op de meest onverwachte
plaatsen tegen, kortom: het is een kleine wereld, maar dat wisten en
weten de Dickens-liefhebbers ook, want in Londen en in de rest van
Dickensland komen zijn hoofdpersonen elkaar ook voortdurend tegen.
Dickens had vanaf het begin van zijn schrijverscarrière ook in Neder
land bewonderaars en navolgers. Aanvankelijk vooral vanwege zijn
humor, veel later kwamen de sociale tendenzen uit zijn werk binnen
onze belangstellingssfeer. Die kwamen voor het eerst voor in enkele
schetsen van Potgieter, Van Koetsveld, en later vooral bij Cremer en
Multatuli. Het 19e eeuwse lezerspubliek verlangde allereerst de aan
doenlijke, aangrijpende situatie. Dickens vond die vaak in de sociale
omstandigheden, want in het Engeland van zijn tijd was de industriële
revolutie al veel verder gevorderd dan in Nederland.
"In Nederland gebeurt alles vijftig jaar later" is de bekende uit
drukking, en dus ontstond ook hier veel later de belangstelling voor
de sociale roman en novelle. De lezer voelde zich aangetrokken tot de
historische roman. Ook onze eigen vaderlandse geschiedenis kende vele
dramatische en aangrijpende gebeurtenissen, en talrijk waren dan ook
in Nederland de navolgers van Walter Scott en Alexander Dumas. Van
Lenneps "Roos van Dekama" kende in de periode van 1833 tot 1897
liefst elf drukken, en "Het Huis van Lauernesse" van mevrouw Bosboom-
Toussaint werd van 1840 tot 1895 negen maal herdrukt.