- 31 -
Het Leidse studententrio Beets, Hasebroek en Gewin.
De Camera Obscura is ongetwijfeld één van de meest bekende boeken uit
het Nederlandse taalgebied, het verscheen in 1839, in een oplage van
1150 exemplaren, en werd sindsdien vele malen herdrukt, in 1900 de
20e druk, in 1939 de 40e druk, in 1961 de 54e druk. Het was een
bestseller van een op dat moment nog veelbelovend schrijver, die zich
toen als Hildebrand bekend maakte, maar daarna de Nederlandse lezer
van de 19e eeuw voorzag van wat "de Beets-literatuur" genoemd kan
worden, gekenmerkt door de adjectiva oppervlakkig, godsdienstig en
moraliserend
In 1833 werd te Leiden het gezelschap "De Rederijkerskamer voor
Uiterlijke Welsprekendheid" opgericht, een gezelschap van studenten
waarvan er velen ten tijde van de Belgische Opstand getekend hadden
"om als eenvoudig soldaat de eer van Nederland en des konings te
wreken". Belangrijke namen in dit gezelschap waren die van de praeses
Bernard Gewin, en van de thesaurier Johannes Kneppelhout en het lid
Johannes Petrus Hasebroek. In het tweede genootschapsjaar melde zich
als lid aan Nicolaas Beets.
Het waren jongemannen waarvan gezegd werd "dat zij in hun jeugd een
meesterwerk leverden, hetwelk in hun later leven nooit werd over
troffen; zo men wil vroegbloeiers in de moestuin der letterkunde, doch
die geurige, sappige vruchten gaven. Hoe vaak is dit het geval? Heeft
Dickens ooit zijn jeugdwerk "Pickwick Papers" overtroffen? Heeft
Reuter ooit iets mooiers geschreven dan "Ut mine stromtid?"
Mr.H.Ph.'t Hooft publiceerde in 1914 een boekje getiteld "De student
Beets", en merkte daarin onder meer op: "Het oude praatje dat Hase
broek (Jonathan), Gewin (Vlerk) en Beets (Hildebrand) gewed hadden,
wie het meest populaire boek zou schrijven dient voorgoed als onge
grond terzijde gesteld te worden, hetgeen bevestigd werd door een
familielid van Beets, dat met hem over deze werken gesproken had. Ook
klopt de tijd van uitgave niet, daar de Camera in 1829, "Waarheid en
Droomen" in 1840 en het boek van Gewin, "Reisontmoetingen van Joachim
Polsbroekerwoud en zijn vrienden", in 1840/41 uitkwam. Op één punt
stemmen de drie werken overeen, dat zij alle op het stramien van de
"Pickwick Papers" geborduurd zijn."