- 42 - juffrouw Schrapers magere knokige knieen aaiend, terwijl beiden zich verheugen op de erfenis die haar toekomst nadat de heer Worm in het verleden na een ruzie gebroken had met een neef en nicht, "met een hok vol kinderen". Nog een bezoekje, aan een zolderkamertje waar een schoenmaker aan het werk is, moeder de was doet in een tobbe, en vier, vijf kinderen zich in die kleine ruimte proberen te vermaken. Maar ze mogen niet op straat spelen, daar leren zij niets goeds. Dan wordt de Rook verdreven door zijn grootste vijand, "de Verse Lucht", die de heer Worm meeneemt naar de speeltuin met blozende kinderen, de kinderen van de schoenmaker. Moeders zien de heer Worm aan voor één van de stichters van de speeltuin en bedanken hem. Be schaamd wendt hij zijn blik af. De laatste scène is op het kerkhof. Het is de begrafenis van een oude eenzame man, met een kinderkoor aan de groeve. De overledene wordt be dankt voor al het goede dat hij heeft gedaan, en dan fluistert een zachte stem de ontdane heer Worm toe: 't Is nog niet te laat; nog kunt ge zóó ten grave dalen". Bijna is de heer Worm gestikt in de rook die uit de haard de kamer in komt. Kolendampvergiftiging. De wens van de huishoudster is net niet in vervulling gegaan. Liefderijk wordt de heer Worm in het gezin van zijn enige bloedverwant verpleegd, en daarna is hij een geheel ander mens, vrolijk, weldoende en verzoend met zijn familie. De gelijkenis met "A Christmas carol" en de hoofdfiguur Scrooge is overduidelijk, de droom, evenals bij "Wouter Linge" speelt een belang rijke rol.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1987 | | pagina 44