- 69 -
spreiding van lectuur, althans voor het onder bereik komen van een
breed en divers samengesteld lezerspubliek van teksten, juist de aan
koop van die teksten door dat publiek belemmerd heeft. De strijd die
wij onlangs mochten beleven over uitleenvergoedingen van hedendaagse
auteurs, heeft ditzelfde principe ten grondslag. Wie het succes wil
meten, dient derhalve, bij ontstentenis van uitleengegevens, jaar van
aanschaf te vergelijken met het jaar waarin het aangeschafte boek in
druk verschenen was. Hoe onmiddellijker de aanschaf, des te groter de
winstverwachting van de bibliotheekhouder. Hoe regelmatiger de aan
schaf van één en dezelfde auteur, hoe constanter de uitleen en te
groter het debiet.
Natuurlijk kost een abonnement op zo'n leesbibliotheek ook geld, veel
geld soms, afhankelijk van stand en inventaris, plus een bijdrage per
geleend boekdeel, maar het rendement is dan ook aanzienlijk - zelfs
als men een meerdelige roman per deel lenen en betalen moet - verge
leken met de particuliere nieuwprijs van een doorsneeroman.
Onvermijdelijk komt nu de vraag op wat dan wel de bibliotheekhouder
tot aanschaf bewoog, indien het om nieuw werk of om een nieuwe auteur
ging. Ging hij af op advertenties van uitgevers of aankondigingen in
zijn Nieuwsblad of las hij misschien literaire tijdschriften teneinde
eerst de recensies af te wachten?
Het laatste is, althans met betrekking tot Van der Hoek, nogal onwaar
schijnlijk. Zoals uit een Bijlage bij dit opstel blijkt, werd haast al
het werk van Dickens onmiddellijk nadat de vertaling verschenen was,
aangekocht en in de catalogus opgenomen. Ook toen het boekenbestand na
1856 van vader op zoons overging en de zoons een scherpe en omvang
rijke selectie aanbrachten in hetgeen toen blijkbaar verouderd was,
bevatte de eerste catalogus van de zoons in 1859 weer alles wat er van
Dickens maar aanwezig was. Ook hun verzamelcatalogus uit 1887 liet
geen schifting zien in de Dickens-voorraadEn opnieuw: niets van de
herdrukken of sindsdien verschenen complete edities van Dickens; die
waren voor de particuliere verzamelaars en niet voor de leesbiblio
theken bestemd!
Dat negatieve recensies geen enkel effect sorteerden, laat dit voor
beeld zien. In 1856 was verschenen Het gele masker (uit de Household
Words)Een recensent in de Vaderlandse Letteroefeningen liep er niet
mee weg, getuige zijn woorden: