zamelen bij een stevige maaltijd, waarvan het spek en de bonen aan een Hollandse winterschotel herinnerden, maar de fles landwijn Pinot voor een extra begeeste ring zorgde, waarna de gang naar het kasteel nog eens werd ingesmeerd met een goede teug frambozenlikeur. Met breed gebaar openden baron de Heeckeren d'anthès zelf de deur: ween rij zige grijsaard, die met zwier zijn tachtig jaren torste, de kleinzoon van G.C. d'Anthès, die door Van Heeckeren Sr. werd geadopteerd. "Quel honneur, monsieur le Baron!", be gonnen we het gesprek, maar de kasteel heer hield zijn gehoorapparaat voor de mond van de secrétaire général, over wie plotseling de geest van Sam Weller vaar dig werd. Hij stelde ons voor als "gedele geerd door de raad van Europa en repre sentant van de Université d'Utrek". Wij geloofden het haast zelf en verklaar den, zo pickwickiaans mogelijk, op pad te zijn voor het eerherstel van een miskend Nederlands staatsman. "Het verheugt mij zeer", zei de baron, "ik heb geen andere ambitie meer in mijn le ven. Komt binnen en laten wij zien, waar mee ik u van dienst kan zijn." En daar stonden wij ineens voor het machtige portret van de man, die destijds als chevalier-garde aan het tsaristische hof met zijn zwager Poesjkin duelleerde en daarvoor, evenals zijn adoptief vader, de Nederlandse gezant Van Heeckeren, uit Rusland verdreven werd. Tegenover hem, als een verschijning uit koninklijke galerijen van vervlogen eeuwen, zijn jeug dig gestorven echtgenote, de vroegere hof dame te St. Petersburg, Catharina Gontzaroff, zuster van Nathalie Poesjkin, de beroemdste schoonheid aan het hof van Tsaar Nicolaas I. Aan de muur van de deurzijde hing een grote lithografie van een slanke, dromerig voor zich uitstarende figuur, waarvan de lange, fijne vingers aan een componist de den denken, maar de gelaatstrekken met ringbaard onmiddellijk het beeld van ko ning Willem II voor de geest opriepen: de oude Van Heeckeren. Er bleef dus nog meer van hem over dan alleen een graf zerk! Nog één groot doek versierde de kamer, recht tegenover Jacob Derk van Heeckeren, naast het raam, dat van een jeugdig prelaat in vol ornaat. "En van wie is dit portret, mijnheer de ba ron?" "Dat is kardinaal Rohan, een jeugdvriend van de oude Van Heeckeren, die hem in de Katholieke Kerk heeft opgenomen." "Dus is deze werkelijk Rooms geworden?" "Inderdaad; ik geloof dat het te Rome zelf gebeurde. Hij ontving toen de doopnaam Louis." "Ook Jezuiet, zoals Cromwell Disbrow be weert?" "Nee, dat kan enkel als een schimpscheut bedoeld zijn. Tot het eind van zijn leven is Van Heeckeren steeds in het nauwste contact met het gezin van mijn grootvader gebleven. Voor dit gezin kocht hij het landgoed 'Schimmel' en liet er een Hollandse villa bouwen." "Aha, het landgoed in de Elzas, waarheen hij in 1840 vertrok! En dat ligt?" "Te Masevaux (Maasmünster in het Duits), nog in de Elzas, maar dichter bij Belfort dan bij Colmar. Mijn tante, de gravin de Vondal, liet er in de jaren 1872/73 het kasteel 'Schimmeleck' optrek ken. Voor Masevaux verkreeg de oude Van Heeckeren van Paus Pius IX, met wie hij een concordaat tussen Nederland en de Heilige Stoel had voorbereid, dat de kerk tot de rang van Basiliek werd verhe ven." "Twee mysteries zijn voor ons al vast op gehelderd. Maar het schandaal van het Poesjkin -duel?" "Daarvoor moet u eerst Trojat lezen. De 19

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1991 | | pagina 20