dan honderd leesgezelschappen genoemd worden. Dick Jansen vond er vier, dat wil zeggen 1,8 van zijn totale cor pus van 225 intekenlijsten. Zie: 'Uitgerekend op intekening. De kwantitatieve ontwikkeling van het leesgezelschap in Nederland, 1781-1850", door Dick Jansen. In: DN£ 14( 1990), 181 -188. Speciaal pp. 184-186. Een lijst van de on derzochte werken is door Dick Jansen opgenomen in N/et velen, maar veeL Onderzoek naar het aantal leesgezelschappen in Nederland, 1781-1850, door D.W.K. Jansen. Doet. scrip tie RUU 1988. 4 dln. Hier dl. 2, pp. 172-31 I. 43 Zie De gids 1845 B, 730. 44 Dit is waarschijnlijk een te lage schatting, kijkend naar de schaarse gegevens die over leesgezelschappen bekend zijn. Volgens de Wetten van het Leidse leesgezelschap Miscens Utile Dulci mochten zich ten hoogste 52 leden inschrijven. In 1833 waren er 47 leden. Zie: 'Het leesgezelschap Miscens Utile Dulci te Leiden in de periode 1830-1840', door Peter van Zonneveld. In NLNE, 92-103. Speciaal pp. 94-95. Een door Dongelmans onderzocht leesgezelschap bestaat in 1827-1828 uit ten minste 30 leden. (Zie: 'Over intekenaren, kopers en lezers. Een zoektocht naar het Leesgezelschap te Nieuwenhuis', door B.P.M. Dongelmans. In: DNE 14(1990), 189-203. Speciaal p. 197-198. 45 Of leesgezelschappen via boekhandelaren bestelden of persoonlijk op werken intekenden lijkt, zoals ik al eerder zei, enigszins plaatsgebonden. In Amsterdam hebben veel meer particulieren en leesgezelschappen zelf ingetekend; in Den Haag en Rotterdam lijken de bestellingen veeleer via de boekhandel te lopen. Hetzelfde geldt voor Zeeland: door Kloek en Mijnhardt is onderzoek gedaan naar de Middelburgse boekhandel Van Benthem. Veelzeggend is hun bevinding dat van de 37 leesgezelschappen die in de periode 1801-1812 in Zeeland getraceerd zijn, 85% door Van Benthem werd bediend. Zie: 'Bij Van Benthem geboekt. Een reconstructie van het Middelburgse koperspubliek in 1808', door J.J. Kloek en W.W. Mijnhardt. In: Het woord aan de le zer. Zeven literatuurhistorische verkenningen, onder redactie van W. van den Berg en J. Stouten. Groningen: Wolters Noordhoff 1987, 142-165. Speciaal p. 149. Overigens be stelde Van Benthem zestien exemplaren van Het leeskabinet. 46 Zie Vervolg op de naamlijst der inteekenaren'. Bijgebonden bij UBA-exemplaar Z 19. Met deze intekening won Wijnhoven Hendriksen een van de extra-premies die Frijlink in de prospectus had toegezegd aan de twee boek handelaren die het hoogste getal intekenaren opgaven. (Zie de prospectus, getekend Amsterdam, I december 1833, die berust in het Archief van de Bibliotheek van de Vereeniging. 47 Zie: 'Voorberigt' van De Redactie, getekend December 1833. Bijgebonden bij UBA-exemplaar Z 19. 48 Of Frijlinks oproep succes had en het aantal particuliere intekeningen op Het leeskabinet hoger ligt dan bij andere tijdschriften zou uit nader onderzoek moeten blijken. De in schrijvingen zijn als volgt verdeeld: totaal 1541825 via de boekhandel; 153 leesgezelschappen, 8 leesinrichtingen en 555 particulieren. Frijlinks streven de particulieren tot aankoop van tijdschrif ten te overreden is misschien ook de verklaring voor het uitzonderlijke feit dat van Het leeskabinet ook losse num mers te koop werden aangeboden. (Zie de Naamlijst van uit gekomen boeken, kaarten, prentwerken, enz 1839-1843. Een jaarabonnement op Het leeskabinet kost f. 10,50; de losse nummers kosten tot 1838 f. I,- en met ingang van 1838 f. U0.) 49 Uit het materiaal dat J.J. Kloek en W.W. Mijnhardt over de boekhandel Van Benthem bijeengebracht hebben blijkt dat rond 1800 de tijdschriftenaanschaf bij particulieren op de negende plaats kwam en 3,2 van hun bestedingen uit maakte, terwijl het bi] de leesgezelschappen op de vierde plaats staat en 13 2 van hun budget inneemt. Zie: 'Het le zerspubliek als object van onderzoek. Boekaanschaf in Middelburg in het begin van de negentiende eeuw", door J.J. Kloek en W.W. Mijnhardt In NLNE pp. 69-91. Speciaal p. 86. Han Brouwer komt voor het midden van de negentiende eeuw tot dezelfde conclusie: 'Voor moderne literatuur, ge ografische en historische werken en tijdschriften lijkt de eenmalige lectuur dankzij het lidmaatschap van een leesge zelschap toereikend." Zie: Han Brouwer, 'Over omwegen, bestedingspatronen en perspectivistische bronnen'. In: DNE 14(1990), 171-180. Hier: pp. 179-180. 50 Bijvoorbeeld 'De sociëteit Hollandia' te Amsterdam, het 'Leesmuseum' te Amsterdam, de intrigerende: 'Mobiele Sociëteit' te Amsterdam, de sociëteit 'De Vriendschap' te Utrecht en 'De Algemeene Bibliotheek' te Zwolle. 51 Ik heb gebruikt gemaakt van de informatie die B.P.M. Dongelmans verstrekt in Van Alkmaar tot Zwijndrecht Alfabet van boekverkopers, drukkers en uitgevers in Noord-Nederland. 1801-1850. Aangevuld met boekbinders, steen- en plaatdruk kers, colporteurs, leesbibliotheekhouders en andere verwante be roepen (Amsterdam 1988). 52 Een exemplaar van deze catalogus berust onder nummer 75253 in het Gemeente Archief Leiden. Zie over deze bibli otheek: 'Een I9e-eeuwse leesbibliotheek', door Bernt Luger. In: DNE I 1(1987), 125-133. Zie ook: 'Wie las wat in de negentiende eeuw? Een verkenning', door Bernt Luger. In: NINE pp. 46-68. 53 Ik ben op de volgende wijze tot deze som gekomen: 153 met naam en toenaam bekende 100 ongenoemde leesgezelschappen waarvan 25 gezinnen lid zijn; een gemid deld gezin bestaat uit 3 personen: 253 x 25 x3 18.975. 30 leesbibliotheken die de boekhandelsprijs van f 8,75 beta len. Leenprijs per deel f 0,10. Stel dat er pas na een jaar op winst gerekend wordt, dan moeten de 12 maandelijkse de len gezamenlijk ten minste 88 maal uitgeleend worden. Dus per jaargang 88 12 7 lezers. Totaal aantal lezers via lees bibliotheken minimaal 210. (Overigens kom je tot een veel hoger aantal lezers als je stelt dat de leesbibliotheken de ge bonden editie in vier banden kochten, die inkoop f. 10,- kostte. Dezelfde berekening leidt dan tot ten minste 25 le zers; wat leidt tot een minimum van 25 x 30 750 lezers via de leesbibliotheken.) Leesinrichtingen: acht leesinrichtingen. Het aantal uitlenin gen is niet bekend, maar stel deze op 30, dan bedraagt het aantal lezers: 240. De overigen zijn particulieren: ook hierbij gemiddelde ge zinsgrootte (excl. personeel) van 3 personen. I 109 x 3 3327. Totaal: 18.975 210 240 3327 22.752 lezers. 49

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1991 | | pagina 50