houd daarvan te kunnen aanstippen
(Pickwick); XX. Waarin zoovele zaken
voorkomen, dat het moeijelijk zou wezen,
de verschillende opgaven in een korten in
houd te vereenigen (Reisontmoetingen).
Maar wat het meest in het oog loopt is de
identieke wijze van opbouw. Geen van
beide boeken heeft een echte plot, de af
zonderlijke hoofdstukken hangen nauwe
lijks samen, het zijn op zichzelf staande
schetsen, slechts bijeengehouden doordat
telkens dezelfde personages optreden.
Deze personages zijn typen, geen 'round
characters', en het verloop van het ver
haal vloeit voort uit de stereotype wijze
waarop zij reageren op de dingen die hen
overkomen. Dit is een bekend humoris
tisch procédé, waarvan Dickens op vaak
meesterlijke wijze gebruik maakt, maar
dat bij vele van zijn navolgers, en wel in
het bijzonder bij Gewin is verworden tot
een zielloze kunstgreep.
Om het verschil in uitwerking te laten
zien zal ik hier een min of meer gelijk
waardige passage citeren, het fameuze
ongeval met de postkoets. Eerst Dickens,
in de anonieme Nederlandse vertaling uit
1840 en daarna Gewin, uit de ongedateer
de herdruk van 1902.
wardle, die niet meer schreeuwen kon,
had juist zijn hoofd binnengehaald, toen
een geduchte stoot hem en pickwick bijna
van de bank wierp. Op dezen stoot volgde
een geweldig gekraak - een der achterwie
len liep weg - en het rijtuig viel over zijde.
"Na een oogenblik van schrik en
verwarring, waarin niets dan het trappe
len van paarden en het breken van glas te
onderscheiden was, voelde pickwick zich
uit het gebrokene rijtuig trekken; en zood
ra hij weder op zijne beenen stond, en de
panden van zijn jas, die de oorzaak waren
dat zijn bril hem van geen nut was, had
nedergeslagen, zag hij op eens de volle
uitgestrektheid van het ongeluk.
Naast hem stond de oude wardle,
zonder hoed en met gescheurde kleede
ren, terwijl eenige brokken van het rijtuig
voor hunne voeten verspreid lagen. De po
stiljons, die de strengen hadden afgesne
den, stonden, onkenbaar door het slijk,
dat hen bedekte, bij de paarden. Een eind
verder op den weg zag men het eerste rij
tuig, dat was blijven stilstaan. De postil
jons hadden zich in den zadel omgekeerd,
en lachten hunne vervolgers uit; terwijl
jingle, uit het portier liggende, de ver
woesting met blijkbaar welgevallen be
schouwde. Het grijze licht van den aan-
brekenden morgen maakte het geheele
tooneel duidelijk zigtbaar." (Eerste deel,
blz. 133)
"Zoo ging het voorwaarts; maar
naauwelijks waren zij driehonderd passen
van het logement verwijderd, toen eene
Engelsche reiskoets, met vier postpaar
den bespannen, hen in vollen ren passeer-
59