'ER IS IN NEDERLAND NIET EEN
AUTEUR MET WIE JE OVER
DICKENS KUNT PRATEN'
Maarten 't Hart verzet zich tegen de geborneerde visie op
Dickens
Jarenlang stond een boekhandel in
Maassluis tussen Maarten 't Hart en
Dickens in, totdat Bomans hem over
de streep trok. Een gesprek met een
man die niet van literaire genoot
schappen houdt.
Stef Lokin en Josee Koning
Wanneer ben je Dickens gaan lezen?
"Ik ben met Dickens begonnen toen ik
tweedejaars biologiestudent was. Dat
kwam door Godfried Bomans. Ik was in
die tijd een heel erge Bomansfan en vond
het ontzettend leuk om zijn boeken te le
zen, Pieter Bas en Erik, wat nog iets biolo
gisch had ook, Buitelingen, enzovoorts.
Bomans had het steeds over Dickens, en
schreef dat hij David. Copperfield keer op
keer herlas. Toen dacht ik: 'Dat moet ik
toch ook maar eens gaan lezen.'
"Gek genoeg had ik tot die tijd een zekere
weerstand tegen Dickens. In Maassluis
had je een boekhandel op de Markt waar
ik elke dag langs liep, op weg naar de la
gere school. En al die zes jaar stond daar
het complete werk van Dickens in de eta
lage te verkleuren. Dat werd nooit ver
kocht; het werd alleen tentoongesteld. En
dat irriteerde mij: 'Dickens, daar staat het
weer!' Het was verder een saaie winkel
waar een heel dorrige man in stond. Hij
had een vervelende dochter die bij mij op
school zat. Dat associeerde ik dan een
beetje met die Dickens-boeken die daar
maar steeds stonden. Toen ik er eens een
boek kocht, heeft die man mij een ander
boek in de maag gesplitst dan wat ik ei
genlijk wilde kopen. Ik had zo de pest in
dat ik dat had laten gebeuren, dat ik dat
ook weer associeerde met Dickens.
"Daar kwam bij datje in Nederland nooit
iets gunstigs las over Dickens, niet bij Du
Perron, niet bij Ter Braak, en niet bij
Vestdijk, wat lange tijd mijn grote liefde
en voorbeeld in alles was."
Is Dickens ook een voorbeeld voor je
geworden?
"Nee, Dickens heeft nooit zo'n voorbeeld
functie gehad. Hij noemde zichzelf im
mers al the inimitable. Je kunt die man
niet nadoen; je kunt niet van hem leren
zoals van Fontane met zijn prachtige soe
pele stijl en geweldige dialogen. Dat zou
nu nog als modern proza worden ervaren.
Dickens' stijl niet, dat zou ouderwets zijn.
Als je dan een boek schrijft, zoals Palliser
heeft gedaan, a la Dickens, maar zonder
diens humor, dan blijft er niks over.
Iedereen vindt The Quincunx mooi, maar
ik vind het een waardeloos kreng - een
Dickensimitatie zonder de humor. Het be
gint als David Copperfield, gaat dan in
eens over in Great Expectations ...het is
doods.
"Dickens kan dus nooit een leidsman zijn.
Watje wel van hem kunt leren, is de ma
nier waarop hij naar mensen kijkt en me
teen het koddige, het absurdistische van
5