-91 -
Wanneer ontstaat die cadans: als zinsdelen zich herhalen waarin gebruik wordt gemaakt van
een zelfde aantal lettergrepen die bovendien nog de klemtoon op dezelfde plaats hebben, kun
je volgens mij spreken van een ritmische herhaling. Het kan ook voorkomen dat de
herhalingen zich steeds aan het begin van zinnen voordoen. Anders geformuleerd: het kan zo
zijn dat één woord een aantal keren wordt herhaald, het zogenaamde 'kernwoord', met
daarnaast een steeds wisselend bijvoeglijk of zelfstandig naamwoord, het zogenaamde
'wisselwoord'. Dit wisselwoord heeft vaak evenveel lettergrepen. De door mij geselecteerde
tekstfragmenten hebben meestal minimaal driemaal de herhaling van het kernwoord.
Wat zijn verder nog de dichterlijke componenten in het werk van Dickens Het is opvallend
hoe vaak Dickens de anafoor gebruikt. Dit is het gebruik van hetzelfde woord aan het begin
van een zin en dat een aantal keren na elkaar. Het kan binnen een alinea ook een aantal keren
worden herhaald aan het begin van een zinsnede. De zinsnede herhaalt zich dan een aantal
keren met dus steeds hetzelfde kernwoord en een ander wisselwoord. De herhaling staat dan
steeds tussen komma's. (Misschien mag je het dan officieel geen anafoor meer noemen
Andere dichterlijke componenten zijn het gebruik van alliteratie, assonantie en heel soms rijm.
Tijdens het lezen zal hier op gewezen worden.
Jan Kabel stuurde mij een kopie op van een hoofdstuk uit het boek 'Theorie der literatuur'. Het
hoofdstuk gaat over 'Welluidendheid, ritme en metrum'. De auteurs zijn: René Wellek en
Austin Warren.
Voordat ik dit hoofdstuk kreeg toegestuurd, was ik niet gehinderd door enig
wetenschappelijke achtergrond over het verschijnsel ritmisch proza. Het is maar de vraag of
die achtergrond over dat onderwerp, na het lezen van dat hoofdstuk er zoveel beter op is
geworden. Een beknopte samenvatting met mijn woorden van dat hoofdstuk:
Een literair kunstwerk ontstaat door twee componenten: de klanklaag (de uitgesproken
woorden) en de betekenis. Nu begrijpt iedereen hier wel dat de klanklaag bij de poëzie een
veel specifiekere rol speelt dan bij de overige vormen van literatuur. De betekenis ligt vaak
niet vast, er kan doelbewust gespeeld worden met dubbele betekenissen. Er wordt suggestief
weggelaten, en wat er wel staat mag, moet ook geïnterpreteerd worden door de voorlezer.
Poëzie is meer bedoeld om hardop voorgelezen te worden. Het artikel suggereert dat er bij
hardop voorlezen van een literair werk veel persoonlijks wordt toegevoegd. Iedere voordrager
heeft ook een stem met een zich onderscheidend timbre en zal z'n eigen accenten op de tekst
leggen waar z'n geraaktheid in doorklinkt.
Nu meen ik te kunnen veronderstellen dat dat bij het voorlezen van een roman veel minder is.
Je weet veelal precies in welke context het ritmisch fragment gebruikt wordt door de
verhaallijn en dat zal weinig interpretatieproblemen met zich meebrengen bij het hardop
voorlezen. Ik heb een klein experimentje gedaan bij de leden van de leeskring waartoe ik
behoor dat dit enigszins bevestigt. Deze exactere duiding vormt een contrast met poëzie.