-99- Nu is er nog iets opvallends gaande in dit hoodstuk. Arthur Clennam wil van het Circumlocution Office weten: 'the precise nature of the claim of the crown against the prisoner for debt named Dorrit.Het plot van dit hoofdstuk brengt met zich mee dat deze vraag, omdat Arthur nergens naar behoren antwoord krijgt, negen keer moet worden gesteld. Maar de vraag staat maar één keer in de tekst, en de overige acht keer weet Dickens deze vraag steeds te omschrijven. Nee, als Dickens iets herhaalt is dat geen gebrek aan woorden of synoniemen, hij doet dat zeer doelbewust. Arthur komt Mr. Meagles tegen in het Circumlocution Office. Deze heer beschrijft over de lengte van een bladzij hoe ongelooflijk slecht dit departement werkt. De zinnen beginnen meestal met: How... Een passage hieruit: In hoofdstuk XIII dat over 'The Patriarch' gaat, de vader van de vroegere geliefde van Clennam, komt de volgende beschrijving van het interieur van z'n huis voor (dit is een herhaling zonder ritmiek): 'Either the nation was under a load of obligation to the Barnacles, or the Barnacles were under a load of obligation to the nation. It was not quite unanimously settled which; the Barnacles having their opinion, the nation theirs.(p. 114) 'How the trials were made in the presence of a board of six, of whom two ancient members were too blind to see it, two others ancient members were too deaf to hear it, one other ancient member was too lame to get near it, and the final ancient member was too pig headed to look at it.(p. 128) 'There was a grave clock, ticking somewhere up the staircase; and there was a songless bird in the same direction, pecking at his cage as if he were ticking too. The parlor-fire ticked in the grate. There was only one person on the parlor-hearth, and the loud watch in his pocket ticked audibly.(p. 154) 'Of de natie had eene groote verpligting aan de Barnacles, of de Barnacles hadden eene groote verpligting aan de natie. Men was het hierover niet geheel eens, daar de Barnacles hunne mening hadden en de natie de hare.' (dl. 1p. 116) 'De natie had dus een grote verplichting aan de familie Barnacle of de familie Bamacle had het aan de natie; dit was niet goed uit te maken, aangezien de familie Bamacle daar hun mening over had en de natie de hare.' (dl. 1p.80) 'Hoe die proeven genomen werden voor een raad van zes leden, waarvan twee stokoude leden te blind waren om er iets van te zien, twee andere stokoude leden te doof om er iets van te hooren, een ander stokoud lid te kreupel om er digt bij te komen, en het laatste lid te suf om er naar te kijken.' (dl. 1p. 129/130) 'Hoe deze werden getoond in tegenwoordigheid van een raad van zes, waarvan twee leden te oud en te blind waren om er iets van te kunnen waarnemen, twee anderen te oud en te doof om er iets van te verstaan, nog een ander te oud en te kreupel om er dichterbij te komen en nóg een te stom om er naar te kijken.' (dl. 1p.89) 'Er was eene ernstige klok, die ergens op den trap stond te tikken; en er was daar ergens ook een nooit zingend vogeltje, dat aan zijne kooi pikte, alsof het insgelijks tikte. Het vuur in de voorkamer tikte in den haard. Er was slechts één persoon daarbij, en het horlogie in zijn zak tikte hoorbaar.' (dl1p. 156) 'Ergens boven aan de trap tikte een ernstige klok en daar in de buurt was ook een vogel die niet zong maar tegen zijn kooi pikte alsof ook hij wilde tikken. Het vuur in de haard in de huiskamer tikte. Bij de haard zat een man en het horloge in zijn zak tikte hoorbaar.' (dl. 1p. 106)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1997 | | pagina 39