John Forster, zijn vriend, stond model voor Mr. Podsnap. Nu niet bepaald een compliment. Dat vond Hunt dan ook toen men hem eens wees op de overeenkomsten tussen hem en Mr. Skimpole. Hij was er erg boos over. George Stroughill, een jeugdvriend, verschijnt als Steerforth en diens zuster Lucy Stroughill, een jeugdliefde van Dickens, komt vijf keer terug in zijn werk. Christopher HufFam, Dickens peetvader, als captain Cuttle; William Jones, zijn oude leraar als Creakle; James Lamert, zijn neef als dr. Slammer, etc. Ook aan Dickens bekende omstandigheden komen terug in zijn werk. Zijn oude werkgever, Edward Blackmore, zag kantoorsituaties terug in de Pickwick Papers en in Nicholas Nickleby. In Warren's warehouse waar Dickens een traumatische jeugd beleefde, herkennen we weer als het bedrijf Murdstone en Grinby in David Copperfield. Als zijn schoonzuster, Mary Hogarth op jonge leeftijd sterft komt dat terug in "The Old Curiosity Shop" (Little Nell) en David Copperfield (Dora Spenlow). Net als in "The Haunted House" heeft Dickens een hond gehad die Turk heette en ook had hij een raaf Grip, net als in Barnaby Rudge. Soms hoort Dickens over personen die hij later in zijn boeken wil verwerken. Hij bezoekt het Yorkshire van William Shaw, die later als model staat voor Wackford Squeers. "He had only one eye, while the popular prejudice runs in favor of two". Of hij reist af naar Stevenage op zoek naar ene Mad Lucas die in "Tom Tiddlers Ground" terugkomt als Mopes de kluizenaar. Ook worden bestaande steden die hij bezocht heeft gebruikt, soms onder andere namen. Rochester as Cloisterham, Mudfog en Grat Winglebury; Chatham als Dullborough, Sudbury als Eatenswill; Manchester (waar de originele Cheeryble Brothers vandaan kwamen) als Coketown; Boulogne en Broadstairs als respectievelijk Our French en Our English watering-place. Of er worden uit andere situaties gegevens gehaald. Op het kerkhof van Cooling ziet hij de graven van de broertjes van Pip. Het door Dickens vaak bezochte Rockingham Castle wordt Chesney Wold, inclusief Ghost-walk en de torenkamer van Mr. Tulkinghorn. En vooral in Londen wemelt het van de plaatsen en gebouwen die in het werk van Dickens voorkomen. Ik zal daar niet verder over doorgaan, we willen vanmiddag ook nog afsluiten, maar één situatie wil ik u niet onthouden, een situatie waarin realiteit en fantasie wel heel vreemd door elkaar lopen. Het is de zaak van "Jacobs Island". (Citaat). Ik ben vanmiddag ingegaan op terugkerende situaties, karakters en aanverwante zaken. Van Klonen lijkt mij echter geen sprake. 77

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1998 | | pagina 17