Van Gogh is bijna lyrisch over de Graphic. Hij stuurt Theo een blad uit het
Christmasnumber 1882 en is vol bewondering en respect voor de medewerkers: "Zie
nu nog op pag. 4 van 't blad dat ik zend, iets treffends: The Graphic when strong
enough to walk alone, rented one house and began to print with six machines.
Hiervoor heb ik alle respect, hier voel ik iets heiligs, iets nobels, iets subliems. Ik kijk
nu die groep grote artiesten aan en denk aan het mistige Londen, en het gescharrel in
die kleine inrichting. Meer nog in mijn verbeelding zie ik de tekenaars in hun diverse
ateliers, met enthousiasme van de beste soort hun werk beginnen. Ik zie Millais met
het eerste No. van de Graphic naar Chs.Dickens toelopen. Dickens was toen aan de
avond van zijn leven, had toen een verlamming aan de voet, liep met een soort kruk;
Millais zegt, terwijl hij hem de tekening van Luke Fildes laat zien "Homeless and
hungry", arme lui en vagebonden voor een nachtverblijf, Millais zegt tot Dickens: geef
hem Uw Edwin Drood te illusteren, en Dickens zegt: "best". Edwin Drood was 't
laatste werk van Dickens, En Luke Fildes door die kleine illustraties in contact
gekomen met Dickens, komt in zijn kamer de dag van zijn dood, ziet zijn lege stoel
staan, en zo komt het dat een der oude nummers van The Graphic bevat die treffende
tekening: The empty Chair. Empty chairs - er zijn er vele, er zullen er nog steeds meer
komen, en vroeger of later zullen in plaats van Herkomer, Luke Fildes, Frank Holl,
William Small, etc. slechts blijven empty chairs". (252).
Van Gogh komt in het artistieke klimaat van het Den Haag van zijn tijd grenzen
tegen. Hij ervaart zijn machteloosheid: "Hier te 's Hage - er zijn knappe grote
mannen, ik wil dit graag erkennen, maar in veel opzichten, wat is het een ellendige
toestand, wat al intrigue, twist, jalousie. En in de persoonlijkheid der rijkwordende
artisten, die met Mesdag aan 't hoofd de toon geven, ook onmiskenbaar iets van een
remplacement van grandeur morale door grandeur matérielle". (252). Hij mist de wil
tot vernieuwing: "Zie Theo, kerel het gaat me aan 't hart, de boel loopt verkeerd.
Hoor eens, ik zou 't me de hooggste eer gerekend hebben, een ideaal, mee te werken
aan wat de Graphic begonnen is. Wat Dickens was als schrijver, wat de Household
edition van zijn werk was als uitgaaf, iets dergelijks was dat sublieme begin van de
Graphic. En nu alles weg - nog eens 't materieële in plaats van 't morale. Weet ge wat
ik vind van 't blad, dat ik U stuur, 't is net zo'n manier van praten als b.v. Obach, de
manager van Goupil Co te Londen er op na houdt. En dat heeft succes, ja dat heeft
succes, ja daar wordt naar geluisterd en dat gaat op. Weet ge kerel hoe ik die manier
van praten in dit blaadje Graphic vind, het is iets als Mesdag's redenatie over 't
panorama indertijd. Ik heb respect voor werken, ik veracht noch Obach noch Mesdag,
maar er zijn dingen die ik oneindig hoger stel dan dat soort van energied. Ik wou iets
beknopters, iets eenvoudigers, iets degelijkers, ik wou meer ziel en meer liefde en
meer hart". (252).
Het is jammer dat de brieven van Theo aan Vincent niet bewaard zijn. Theo werkt
nog steeds in Parijs, in de kunsthandel, en heeft zich het lot aangetrokken van een
vrouw die ziek en alleen in Parijs was. "Dat zijn van die zaken waarvan de wereld
somtijds zegt "wat heeft hij zich daarmee te bemoeien", en toch het is niet zozeer
onze eigen daad, dan wel de omstandigheden die er ons toe dwingen. En hebben wij
eenmaal de toestand begrepen, kan er een medelijden wakker worden zo grondeloos
diep, dat wij voor onszelven niet meer aarzelen". (259).
86