plicht voor het gerechtshof te verklaren dat hij de man uit de derde stand had beledigd terwijl
dit een eerzaam en rechtschapen man was. Het recht kon dus wel degelijk zegevieren onder
het Ancièn Regime!
In zeventien drie en tachtig schrijft Baumarchais, een losbol die met de regelmaat van de klok
op en neer jojode door de gelaagde samenleving van het Ancièn Regime, zijn beroemdste
toneelstuk: De bruiloft van Figaro of De barbier van Sevilla. Het hele stuk is een aanval op de
positie van de adel en het hof en vooral in het vijfde bedrijf worden beide door de hoofdfiguur
volstrekt belachelijk gemaakt. Dat zal dan toch wel tot een verbod van dit toneelstuk hebben
geleid? Er volgde inderdaad een officieel verbod, maar aangezien een deel van de adel het hof
maar wat graag wilde vernederen circuleerden kopieën van het stuk al gauw onder een groot
aantal adellijke families. Deze lieten het stuk opvoeren in hun privé-theaters waar de politie
geen zeggenschap had. Toen ook de tsaar van Rusland dit stuk in zijn eigen land wilde laten
opvoeren besloot het hof tot een tussenvoorstel. Men mocht het stuk opvoeren in het privé-
theater van de koningin. Toen daar een stormloop op kaartjes ontstond vaardigde de koning
opnieuw een verbod uit. Na overleg tussen hof en Baumarchais ging de laatste akkoord met
enkele onbetekenende wijzigingen waarna het stuk weer wel mocht worden opgevoerd. De
koning rekende er op dat het stuk een fiasco werd. Hij werd teleurgesteld. Het publiek
waaronder veel leden van de adel vond het prachtig. Toch bevatte het stuk de volgende scène:
Het stuk werd een groot succes in de theaterwereld van Parijs. Met Baumarchais liep het iets
minder goed af. Hij verdedigde zich iets te fel tegen de kritiek, die natuurlijk ook wel op zijn
stuk kwam en werd door de koning uiteindelijk voor een jaar opgesloten. Echter niet in de
beruchte Bastille die voor opstandige schrijvers de juiste gevangenis was, maar in Saint-
Lazare, een tuchthuis voor misdadige jongens! Wie zegt dat de koning in zijn almacht geen
humor bezat?
Het hof en de adel waren in de praktijk de belangrijkste klanten van geschriften die hun eigen
gezag het meest ondermijnden. Bekende verkooppunten van subversieve boeken waren
Versailles, Fontainebleau, Compiègne, maar dit waren toevallig wel de plaatsen waar het hof
regelmatig resideerde. De historicus De Tocqueville(1803-1857) schreef daarom al dat het
Ancièn Regime zijn eigen graf groef door onverantwoordelijk geflirt met ideeën die het slechts
half begreep maar wel vermakelijk vond (1856). Men gebruikte schotschriften en roddels als
wapens om de directe vijanden in de eigen stand onschadelijk te maken. Het principe van
onvoorwaardelijk respect voor hun stand ging verloren door die steeds weer terugkerende
persoonlijke aanvallen op het hof, het kabinet, de kerk en de adel. Eind achttiende eeuw
konden in Frankrijk namelijk veel mensen lezen. Zo was bijvoorbeeld het analfabetisme er toen
lager dan in een groot deel van de twintigste eeuw in de Verenigde Staten!
-20-
Omdat u een _grand seigneur bent, denkt u dat u een groot genie bent[...] adel,
rijkdom, status, ambten! Dat alles maakt u arrogant! Wat hebt u gedaan om
zoveel te bezitten? U hebt nauwelijks moeite gedaan om geboren te worden en dat
is het wel: voor de rest bent u een gewoon persoon terwijl ik, verdomme, verloren
in de anonieme massa, al mijn kennis en geslepenheid moet aanwenden alleen om
te overleven.