-29-
Van de Redactie
De redactie koesterde grote verwachtingen van deze 34ste aflevering van The Dutch
Dickensian. Alles leek mee te zitten: de secretaris-penningmeester leverde al in de week na de
laatste bijeenkomst van onze Haarlem Branch zijn puntig verslag in, Dickensian Hijink
verblijdde de redactie in de eerste week van januari met enkele criminele noten in relatie tot
Dickens, en het Hollandse onweer nodigde veelvuldig uit tot huiselijke vlijt, zoals het schrijven
van stukjes in het algemeen en over Dickens en zijn werk in het bijzonder. En de redactie
begon welgemoed aan het eerste van een reeks artikelen over de Nederlandse uitgevers dje in
de vorige eeuw het werk van Dickens onder onze voorouders verspreidden.
En dan plotseling komt alles tot stilstand. De postbode loopt het huis van de redactie voorbij,
er komen geen berichten meer uit het verleden, zelfs geen dreigbrief wegens achterstallige
contributie, zelfs geen bericht van de penningmeester-secretaris om te voorzien in de voor
onze branch gemaakte onkosten, de media richten zich op de 21ste eeuw, en de redactie kijkt
nolens volens mee vooaiit en vraagt zich af: "hoe verder? Is het nog wel leuk om met Dicfcens
bezig te zijn".
Een katerig gevoel. De redactie is met deze emotie vertrouwd, maar toch niet na het heilzqam
maaltje Dickens dat hij dagelijks verorbert en tot voor kort zijn geloof in de mensheid en in
haar goede wil staande hield. De gekoesterde grote verwachtingen vervagen, en de redactie
vraagt zich af "waar doe ik het nog voor?"..
De situatie voorleggend aan de huisdokter leverde behalve diens rekening ook snel een
diagnose op: "Een geval van burned-out". Het advies luidde de stilte op te zoeken, en te
wachten op gelijkgestemde geesten en vervolgens gezamenlijk weer op zoek te gaan naar de
grote Meester.
De redactie had behoefte een en ander aan het papier toe te vertrouwen, en weet dat natuurlijk
alles overgaat en erkent dat een mens niet alleen door het leven moet gaan, en een redactie
zeker niet. Een en ander heeft geleid tot deze wel zeer dunne aflevering. Maar gelukkig - onze
president wijst er in zijn herderlijk schrijven op - Dickens schreef "dikke boeken", waarin geen
woord teveel staat, integendeel, ieder woord heeft er een "functie". En zo ook deze kreet van
uw redactie.