Dit doet denken aan Sam Weller die in The Pickwick Papers Blauwbaard eens "the wictim of connubiality" noemde. Het komt er in het kort op neer dat hij vindt dat Dickens ongelijk had wat betreft Shaw's Academy. Ted geeft aan dat hij voldoende argumenten heeft om zijn theorie te ondersteunen en wij gaan er eens goed voor zitten. Er waren in Yorkshire wel een aantal scholen als Dotheboys Hall geeft Ted toe, maar niet die van William. Er worden delen uit brieven geciteerd van dankbare ouders en voogden. William Shaw zou bekend staan als een vriendelijk man die ook wel eens jongens bij zich hield als er niet meer voor hen betaald werd. Ook klopte hij regelmatig jongens op de schouders. Nu, bij dat laatste kunnen wij ons iets voorstellen. Dat Shaw geen vakanties toestond had vooral te maken met de lange afstanden die de jongens moesten afleggen om heen en weer te reizen. Ze hadden thuis bij wijze van spreken geen tijd om hun jas uit te trekken. Zelfs Shaw's administratie komt op tafel. Vlak na het verschijnen van Nicolas Nickleby is er sprake van een "shaky hand". Door welke emotie dit trillen wordt opgewekt wordt ons niet duidelijk gemaakt. De familie Shaw heeft nog lange tijd geleden onder de publikatie van Nicolas Nickleby. William werd min of meer gedwongen de school te sluiten en hij weet ook de vroege dood van zijn vrouw aan Dickens. Kinderen en kleinkinderen werden door leeftijdsgenoten vaak Fanny of Young Wackford genoemd. Na de lezing blijken toch een aantal dickensians wat van mening veranderd te zijn over Shaw's Academy. Een van hen is Allan Watts maar die onthuld dat zijn vader ook een schoolmeester was dus dat telt niet. Het merendeel laat zich deze schurk, ons door Dickens aangereikt, niet afpakken. Wellicht terugdenkend aan de woorden van Dickens die in het voorwoord van een uitgave van Nicolas Nickleby stelde dat hij lang niet alles wat zich op die scholen in Yorkshire afspeelde opgeschreven had en dat de wreedheid van deze schoolmeesters niet snel overdreven kan worden. Als derde spreker hebben wij Andrew Sanders, de nieuwe President. Ook hij werkt aan een boek en leest ons een van de hoofdstukken die hij al klaar heeft voor. "What makes Dickens modern?", daar gaat het hierom. Verkwikt door thee gaan we dan op weg voor de York Minster Tour. De Minster is enorm groot, maar dan ook echt enorm groot. De schade na de laatste brand is inmiddels weer volledig hersteld. Veel onderdelen van het Britse leger hebben een eigen kapel in de Minster. Ook zijn er 128 gebrandschilderde ramen te zien. Een van de mooiste en wellicht ook de bekendste is het "Five Sisters Window". Ook Dickens heeft zich in de York Minster laten rondleiden en was zo gefascineerd door dit raam dat hij het verwerkte in Nicolas Nickleby. In hoofdstuk 6 vindt u het terug als The Five Sisters of York. Aan het einde van de tour is er nog gelegenheid voor een bezoek aan de gewelven, zeer de moeite waard. Als afsluiting van de conferentie is er de Celebration Evening. Dit is een de laatste jaren terugkerend fenomeen ter afsluiting van de conferentie. Verschillende deelnemers en een enkele gast voeren iets op of uit. Ook dit jaar is het weer een gezellige bijeenkomst. Wij worden vertegenwoordigd door Paul Ferdinandusse die op zijn eigen wijze uitlegt hoe wij de jaarlijkse buitendag doorbrengen. Een sterk verhaal dat veel lof oogst. Zoveel lof dat het inmiddels in Japan de aandacht getrokken heeft. Jammer voor Paul is dat niet hij, maar ik op de meegestuurde foto sta. Ik vertrek een dezer dagen op uitnodiging voor een volledig verzorgde reis naar Japan, daar leg ik het wel uit. Pieter de Groot (corresponderend lid) -45 -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1999 | | pagina 12