-48 - levenwekkend genie".12 The Arnhemsche Courant likewise referred to Dickens as "den geniale schrijver", and wrote about the "onverwelkbare immortellenkrans, welke als het ware door de geheele beschaafde wereld is neergelegd op het graf van de overleden schrijver".13 Other than the NvdD, the Arnemsche Courant claimed that Dickens' talent could not be compared with that of any other famous author. The articles on Dickens in the weekly magazines do not differ much in nature from those in the newspapers, except that they paid more attention to book trade and publishing. The magazine Onze Tolk, Centraalblad voor Kunst en Letternieuws emphasised this aspect. Not surprisingly, since they wrote from the viewpoint of booksellers, which becomes clear in the following quotation: Dickens is wel dood - maar hij leeft nog in zijne werken; wij boek-handelaars, groot en klein, die allen zo veel aan hem te danken hebben, wij treuren wel bij zijn graf en hadden zo gaarne nog meerdere fijne gerechten van hem onder u allen willen ronddienen - maar, dankbaar voor het vele dat hij ons gaf, achten wij het nu ook onze dure plicht om allen, die nog nooit iets van die heerlijke vruchten hebben geproefd, op te wekken zich dat genot niet langer te ontzeggen.1^ And so the complete Dickens editie published by H.A.M. Roelants is brought to the attention of the reader. The quoted passage is revealing; it is obvious that Dutch booksellers profited greatly from the sale of Charles Dickens' books. A significant detail is that the publisher of this magazine, which referred to Dickens as "de groote humorist, de meest populaire romansschrijver, ook ten onzent", was C. Zwaardemaker: he brought out a Christmas story by Dickens in 1859. The organ for the booktrade Het Nieuwsblad voor den Boekhandel paid a long tribute to the man "die onze kasten met zoovele uitstekende romans voorzag, die zoveel leven en vertier in onze handel bracht".15 Like many newspapers, this magazine gave an obituary. It also gave some details about the Dutch publications of Dickens' works: that it was translated and distributed among the people in hundreds of copies, "vooral in de laatste jaren door ROELANT's 'Dickens-editie' waarvan toevallig de 75e (laatste) afl. juist op Dickens' sterfdag bij de boekhandelaren bezorgd werd".16 The article as a whole has, if it may be called so, an emotional tone. This can be illustrated by such utterances as "Engeland, neen de geheele beschaafde wereld heeft een gevoelig, treffend verlies geleden en het zal geruime tijd duren voordat de wonde geheel genezen is".17 It hardly differs from the tone of the articles in, for instance, the Arnhemsche Courant or Het Algemeen Handelsblad. Where the writer of Het Nieuwsblad was concerned, Dickens needed no monument but his work to keep his memory alive. Finally we come to the articles in De Nederlandsche Spectator and Het Leeskabinet. In De Nederlandsche Spectator, once more, can be read how great Dickens' fame was: "Het is toch niet te ontkennen dat Dickens van het oogenblik van zijn optreden als schrijver tot op den dag van zijn dood de meest algemeene en gevierde romandichter is geweest. Het getal der lezers en lezeressen bij wie hij een hartelijke lach of een traan heeft afgeperst zou bij milioenen af te meten zijn".18 Further down there is praise for the "zorgzame, geheel sympathieke vertolking"19 of Dickens' works in Dutch. 12 "Engeland" Nieuwe Rotterdamsche Courant,14 June 1X "Ter nagedachtenis van Charles Dickens" Arnhemsche Courant, 18 June 1^ "Onze Leestafel", Onze Tolk, 20 June 1870 15 L.D.P., "Charles Dickens" Nieuwsblad voor den Boekhandel 1870, p. 235 16L.D.P, p236 17L.D.P, p236 18 "Charles Dickens" De Nederlandsche Spectator, 1870, p. 258. 19 Spectator, p. 259.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1999 | | pagina 15