CHARLES DICKENS IN FRANS-
VLAANDEREN
-68 -
Ward Corsmit, Borgerhout
"Het is noch een groots, noch een afwisselend land, dit land dat voor
een kwart Frans is, voor driekwart Vlaamstoch heeft het ook zijn aan
trekkelijkheden..." (1).
De super-humoristische Engelsman, Charles Dickens, stak meermaals
het kanaal over. Woelige stormen wierpen hem vaak als een tweede Jo
nas op het strand van Kales. In het schip werd de reiziger "geslagen,
gerold, gegorgeld, gespoeld en geslingerd van jewelste". Het eerste stuk
je vasteland bereikte hij dan in een wankelbare toestand, gebroken en
gevierendeeld, uiteen geschommeld in twee halfdode delen: ziel en li
chaam. Over Kales giet hij de fiolen van zijn toorn. "Boosaardig Calais!
Laag liggende krokodil die het kijken ontwijkt en de hoop ontmoedigt!
Het havenhoofd is overal elders dan bij de boegspriet, en als men denkt
dat men er is, heeft Calais zich mijlen ver landwaarts teruggetrokken.
Driemaal vervloekt zij die garnizoenstad, als zij onder de scheepskiel weg
duikt, en een mijl of twee naar rechts opduikt, terwijl de pakketboot rilt
en sputtert en naar de stad uitkijkt".
Dickens is een gentleman. Die boosaardige gevoelens tegenover Kales
slaan om in schuldbewustzijn. De onzakelijke reiziger zal het een volgende
maal goedmaken en niet doorreizen. Hij blijft ter plekke en ontdekt het
andere gezicht van deze dubbelhartige stede. "Calais, opgestaan en be
drijvig aan het station, en Calais, dromend in bed; Calais, met iets van
een oudbakken en visachtig luchtje en Calais, uitgewaaid en met zee
water schoongespoeldCalais aan het buffet vertegenwoordigd door sma
kelijk gebraden gevogelte, hete koffie, cognac en bordeaux; en Calais
overal vertegenwoordigd door heen en weer snellende mensen met de
monomanie geld te wisselen, Calais en gros en Calais en détail, schenk
vergiffenis aan iemand die U diep onrecht heeft aangedaan..."
Wie de kop beetpakt, trekt ook lijf en leden mee. Met Kales ontdekte Dic
kens voor het eerst het Frans- Vlaamse hinterland bij de zee. "Dijken
en moerassig land. Hier zijn de grappige, oude, stenen boerderijen, wel
ke te bereiken zijn via ophaalbruggen, en de windmolens die door mid
del van bootjes te bereiken zijn. Hier zijn de streken waar de vrouwen
schoffelen en spitten, per kano van het ene land naar het andere pedde
len. Hier vindt men de lange eentonige mijlen kanaal met de grote, naar
Hollandse trant gebouwde pramen, glanzend opgeverfd, alsook de op
een jaagpad de schepen voorttrekkende meisjes, waarbij het zeel nu om
het voorhoofd dan om het middel en de schouders is vastgemaakt, het
geen geen prettig gezicht is". Wie geeft ons een raker beeld van dit Frans-
Vlaamse landschap uit de tweede helft van de vorige eeuw? Dickens'
blik draait op duizend ogen. Hij ziet en vangt alle details. Ook zijn fanta
sie tovert bijwijlen de grauwste werkelijkheid om in bloesemende kinder
tuinen. Een donker kolenhok kan bij deze kwieke Engelsman een
stralend-zonnig prieeltje worden!