In eerste instantie werden bestaande gevangenissen tot hun uiterste limieten gebruikt, bijv. de Newgate gevangenis (bekend uit Bamaby Rudge), gesloopt in 1903, de Tyburn gevangenis, en daarnaast ook prive-gevangenissen, onder meer die van de bisschop van Ely en de bisschop van Durham. In deze gevangenissen werden mannen, vrouwen en kinderen in een gemeenschappelijke ruimte opgesloten, zonder dat er een programma was voor activiteit, werk, verbetering of reclassering. Wie nog niet volkomen slecht was bij binnenkomst, was dat wel bij vertrek. Deze aanpak was ook in kwantitatieve zin totaal niet voldoende. Ln 1776 werd daarom een wet aangenomen die het mogelijk maakte om gevangenen op te sluiten op oude schepen (de "hulks", meestal onttakelde oude oorlogsschepen of troepentransportschepen), en hen dwangarbeid te laten verrichten. De gevangenen kregen ijzeren kogels aan hun benen om wegzwemmen te voorkomen. Deze hulks" lagen met name bij Chatham (zoals we weten uit Great Expectations), waar de gevangenen werkten aan o.a. het uitbaggeren van de Thames, en bij Portsmouth, waar ze werkten op de marinewerven. Ook deze oplossing voldeed niet erg. De beveiliging was een probleem, gevangenen ontsnapten (ons ook bekend). Bovendien heerste op de schepen vaak typhus en de omwonende burgers werden bang dat zij ook besmet zouden raken. In 1779 werd een Lagerhuiscommissie ingesteld om te bepalen: waarheen met de gevangenen? Bestudeerd werden met name: Gibraltar en West Afrika. In 1784 werd een wet aangenomen die deportatie naar andere gebieden dan Amerika mogelijk maakte, maar nog steed was er geen gebied aangewezen. De mensen die in 1770 Australië hadden ontdekt en een in de buurt gelegen eiland (Norfolk Island), hadden gezien dat op dat eiland hoge bomen groeiden die zich goed zouden lenen voor scheepsmasten, en vlas dat gebruikt zou kunnen worden voor zeilen. Zo was het idee ontstaan om een garnizoen permanent te stationeren in Botany Bay en daar de bomen en vlas naartoe te halen, zodat Engelse schepen daar opgekalefaterd zouden kunnen worden. Dit werd m marinekringen als een zaak van strategisch belang beschouwd, en er was in die jaren een "lobby" bezig om de regering hiertoe te brengen. In 1787 nam het Engelse kabinet een pragmatisch besluit dat deze zaken verenigde: er werd een kolonie gesticht in Australië, zodat het strategisch belang gediend kon worden, en door de gevangenen daarheen te deporteren waren er ook arbeidskrachten voor dat werk. Vandaar dus de komst van de nieuw benoemde gouverneur Phillips met zijn soldaten en gevangenen zoals vermeld. Vreemd genoeg waren deze eerste Engelse bewoners in het geheel niet bijzonder competent voor een dergelijke onderneming, er waren bijvoorbeeld geen boeren, bouwvakkers of scheepbouwers bij De 736 gevangenen waren allen veroordeeld voor eigendomsdelicten. De oudste was een vrouw van 82 jaar (veroordeeld wegens meineed), die zichzelf in 1789 ophing. De jongste was een jongen van 9 jaar die kledingstukken en een pistool had gestolen. Er was een meisje van 13 jaar die een katoenen jurk en een zijden hoed had gestolen. Zij allen hadden het gebruikelijke "tarief' van 7 jaar dwangarbeid gekregen. De meesten waren nog nooit verder dan 10 mijl van huis geweest. Een aantal van hen ging naar Norfolk Island, om te werken aan de scheepsmasten en de zeilen van vlas. De eerste jaren verliepen droevig. Men kende de flora en fauna niet, er ontstond al snel honger. Gouverneur Phillips bepaalde dat ieder, gevangene, officier of soldaat eenzelfde rantsoen eten kreeg, zodat allen evenveel honger leden. Ook hun kleren hingen al snel als rafels aan hun lijf. De mensen werden moedeloos en depressief. Het schip dat hen het volgend jaar zou bereiken verging, en daarom kwam pas in 1790 het eerstvolgende schip, met circa 1000 veroordeelden, van wie een kwart onderweg was gestorven en de helft bij aankomst ziek en hulpeloos was. De eerste gouverneur Phillips wilde de basis leggen voor een nieuwe gemeenschap, waarin ook de veroordeelden zich een normale plaats konden verwerven, en hij had een plan gemaakt

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2000 | | pagina 12