j Terwijl de wind woei en de trap zich wond, ftlet ik geen oog af van Uw zachte mond, R IIOMHK) HOIb Ha CKAOHe HonGpn. TyMaH h 40>K4b. ripw ceeTe (j)onapa Barn hokhmh ahk - coMHHTeAbHbiH h crpanHi.ih, riO-4HKKeHCOBCKH - TyCKAblH H TyMailllblH, 3ho6>huhh rpy^b, KaK 3HMHHe Mopn... - Bam he>khbih ahk npH cbete (j)OHapa. h BeTep 4yA, h AecrnHqa BHAacb... Ot BaiuHX ryG He otpbibaa rAa3, rioaycmeacb, cbhbaa naabitbi b yaeA, CToaAa ft, KaK MaAeHbKaa My3a, HeBHHHaa - KaK caMbift no34HHH Mac... H BeTep AyA h AecTHHL(a BHAacb. A na Mens M3-H04 ycTaAbix boka CTpyHACB COHM COMHHTeAbHblX HaAOKA- - 3aTpoHyB ryöbi, B3op 3mchach mhmo... - TaK cepacf)hm, tomhmmh h xpanHMbin TaHHCTBeHHOK) CBBTOCTblO oaoka, ripeAbiqaeT Mnp - h3-hoa ycTaAbix boka. CeroAHfl CHOBa ahkkciicoBa HO'ib, H roace 4o>K4b, h TaK ate ne noMOMi, Hh MHe, hh BaM, - h TaK >Ke XAemyT Tpy6bi, H AecTHHua AeTHT... H Te a<e ryGbi... H tot «e mar, yace cnemaiuHH npo>ib - TyAa - KyAa-TO - b AHKKeHCOBy HOMb. (2 Honópn igiS) Ik zie weer die novembernacht, de straat. Regen en mist. Uw tedere gelaat jjOnzeker - door lantarenlicht beschenen, f Net als bij Dickens - haast in mist verdwenen, ^Waardoor mijn hart in huiver overslaat, ffAls door de winterzee... Uw tedere gelaat. Mijn vingers in verstrengeling gebogen, file, kleine Muze die, een lach in de ogen, Onschuldig - als het laatste uur - daar stond... Terwijl de wind woei en de trap zich wond... fgf.-. jOnder vermoeide oogleden vandaan jStromen onzekere verlangens aan. Uw blik beroert mijn mond, blijft even hangen. Zo lokt een serafijn, beschermd, gevangen Door zijn gewijde kleed, de wereld aan Onder vermoeide oogleden vandaan. ^Vandaag diezelfde regen, weer zo'n nacht, 5 Net als bij Dickens, waar geen hulp ons wacht. £Het kolken van de buizen is te horen. |De wenteltrap... Uw lippen als tevoren... Diezelfde stappen, haastig en gejacht - |Net als bij Dickens, voortgaand in de nacht. Btr M P(2 november igi8)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2000 | | pagina 16