Dickens en de koloniën.
Vorig jaar verscheen in de voorjaars- en zomernummer van de
Dickensian een uitgebreid artikel van Leon Litvack getiteld:
Dickens, Australia and Magwitch.
Hierin verklaart Litvack waarom er in het Werk van Dickens
relatief oppervlakkig aandacht besteed wordt aan de koloniën.
"Dickens", zo stelt hij, "was an imaginative writer rather than a
social historian"Een kolonie diende slechts als decor en bleef
daarom een plaats die vaag omschreven werd.
Dickens stond daarin niet alleen. In zijn boek 'The Mythology of
Imperialism' stelt Jonah Raskin (1971) dat in de Victoriaanse
romans de koloniën vooral een plaats waren om de uitgebluste of
uitgerangeerde personages naar toe te sturen of om er nieuwe
personages uit van dan te halen, net naar gelang de wending in de
roman
"The plot began - or flagging interest was revived - when a
character returned from abroad, and the action terminated when the
characters left for the colonies"
Voor de Victorianen betekende Het Bestaan, toch vooral een bestaan
in Engeland; het begon als zij terugkeerden in Southampton of
Liverpool en het hield op als zij inscheepten voor Australië,
Canada of Nigeria.
"Going to India was like falling off a cliff"
Australië nam tussen de koloniën een aparte plaats in; het werd
vooral gebruikt om misdadigers naar te deporteren.
"Blights on the social landscape of Britain and Ireland which
needed to be removed" zegt Litvack hierover. In het vroege werk
van Dickens werd Australië ook als zodanig voorgesteld: een plaats
voor deportatie.
Vrijwillige emigratie kwam pas later op gang. Vooral beinvloed
door Samuel Sidney (what's in a name) en zijn handboeken "Sidney's
Australian Hand-Book" (1848) en "Sidney's Emigrant's Journal and
Traveller's Magazine" (1848-1850).
Dickens werd gegrepen door het idee en op zijn verzoek schreef
Sidney een serie artikelen in het weekblad van Dickens, Household
Words
Samen met Angela Burdett-Coutts (aan wie Dickens zijn roman Martin
Chuzzlewitt opdroeg) startte hij zijn eigen emigratie-project
genaamd "Urania Cottage". Het project richtte zich op dakloze
vrouwen die, na enige tijd in een opvangtehuis in Londen vertoeft
te hebben om hen de nodige vaardigheden bij te brengen, naar
Australië emigreerden. Dickens zag, zoals hij dat schreef 'little
of no hope for them in England'
Het hele project staat omschreven in zijn artikel "Home for
Homeless Women", in Household Words van 23 april 1853.