ZEER GEACHTE DICKENSIANS, De december maand leent zich wel in het bijzonder voor reflectie over verleden, heden, toekomst, en het voorbijgaan van mensen en dingen; en dit jaar des te meer nu tijdens de Kerstbijeenkomst de heren Kabel en Van Kessel hun functies overdragen. Hierover zullen we het uiteraard in de eerste plaats mondeling hebben, maar ik wil graag hier ook op schrift de dank van onze branch aan hen betuigen. Zolang ik mij kan herinneren - en nog veel langer - hebben zij de functies van secretaris-penningmeester en penningmeester-secretaris vervuld, en dat steeds in de beste "Pickwickian sense". De stapel convocaties van de laatste jaren doorbladerend, treft me hoe de secretaris vaak door middel van een welgekozen citaat de informatieve inhoud in een literair licht plaats: "'t Was herfst en heel koud", of "Oh, The River, Oh, The River!!!", terwijl de penningmeester altijd op voorbeeldige wijze heeft aangegeven wat de plaats van geld is, nl. daar waar wij boven staan. Zeer belangrijk was hun bijdrage aan de vorm en inhoud van onze bijeenkomsten, waarbij geen onderwerp geschuwd werd, als het erom ging dat te belichten vanuit een Dickensiaans perspectief; ik herinner slechts aan de behandeling van de relatie Europa - Amerika, vanuit Dickensiaans gezichtspunt, door de penningmeester in 1992. Ondanks hun grote kwaliteiten maken beide heren in het dagelijkse leven een gewone indruk, en in dat opzicht lijken zij op de grote meester Dickens, zoals mag blijken uit het volgende. Een fragment van een recensie die Mark Twain in 1868 schreef, nadat hij een "reading"van Dickens had bijgewoond in New York: "Somehow this puissant god seemed to be only a man, after all. How the great do tumble from their high pedestals when we see them in common human flesh, and know that they eat pork and cabbage and act like other men". In zijn boek "The Charles Dickens Originals" schrijft Edwin Pugh over Dickens en Shakespeare: "We have only a feeling of vague disillusion when we try to realise that men of such a commonplace exterior were the mighty geniuses who have created a new world for us". Beide geciteerde schrijvers zijn teleurgesteld in het uiterlijk van Dickens, een gevolg van hun eigen denkfout. Wij echter weten beter. Jan en Joop, heel veel dank! Tot slot zend ik u graag de beste wensen: "many merry Christmases, many happy new years, unbroken friendship, great accumulation of cheerful recollections, etc,, for all of us". Paul Ferdinandusse

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2000 | | pagina 4