de band tussen Charles en zijn vader versterkt hebben. Vaak ging hij met zijn vader mee naar diens kantoor op de werf. Soms zeilden zij met de 'Navy Pay Yacht' de Mcdway of Thames op, als John salarissen moest betalen aan bemanningen aan boord van schepen. De boeken, het optreden met Fanny, de levensstijl van zijn vader, diens houding dat zijn zoon een jong gentleman was en Charles' prestaties op school wekten 'Great Expectations' van een toekomstig leven als goed opgeleid Gentleman. Voor Charles kwam aan deze verwachtingen abrupt een einde, toen de familie naar Londen moest verhuizen. Na het einde van de Napoleontische oorlogen moest de Engelse marine inkrimpen. John werd in 1822 teruggeroepen naar het hoofdkwartier van de marine in Londen, waarbij de toeslagen op zijn salaris voor plaatsing buiten Londen vervielen. Hij kwam nu in ernstige financiële moeilijkheden. Hij zat al in problemen. Hij heeft waarschijnlijk steeds de levensstijl, die hij bij Crewe twintig jaar lang gezien had, nagestreefd. Reeds in augustus 1819, kort voor de geboorte van een dochter (Harriet Ellen, heel jong gestorven), leende John Dickens £200 van een zekere James Milbourne. Flij verdiende in 1819 £290.15.0! Hij moest levenslang £26 per jaar afbetalen. In maart 1820 ging weliswaar zijn salaris omhoog tot £350 per jaar, maar hij slaagde er niet in aan zijn verplichting tot terugbetalen te voldoen. Zijn zwager Thomas Culliford Barrow, die mee getekend had, heeft moeten inspringen. Na zijn overlijden vond zijn zoon Culliford Barrow een Warrant of Attorney' (een schriftelijke machtiging om in rechte op te treden), getekend 14 Augustus 1819, inhoudende dat. in aanmerking genomen een bedrag van £200 betaald aan John Dickens door James Milbourne, van Kennington Green, Surrey, een jaarlijks bedrag van £26 werd toegezegd aan de laatste gedurende de termijn van John Dickens' leven. Deze Warrant werd ingetrokken op 26 Mei 1821 op een betaling aan James Milbourne door Thomas Culliford van £213. Thomas Culliford heeft nooit het bedrag van John Dickens teruggekregen. (18) In Londen vestigde de Dickens' familie zich in Bayham Street, Cambden Town. Bayham Street was about the poorest part of London suburbs then, and the house was a mean small tenement, with a wretched little backgarden abutting on a squalid court. Here was no place for new acquaintances to him: not a boy was near with whom he might hope to become in any way familiar. A washerwoman lived next door, and a Bow Street officer lived over the way. Many, many times has he spoken to me of this, and how he seemed at once to fall into a solitary condition apart from all other boys of his own age, and to sink into a neglected state at home which had always been quite unaccountable to him. "As I thought"he said on one occasion very bitterly, in the little back-garret in Bayham Street, "of all I had lost in losing Chatham, what would I have given, if I had had anything to give, to have been sent back to any other school, to have been taught something anywhere Aldus Forster. (a) Elizabeth Dickens trachtte geld te verdienen door een school te openen voor kinderen van ouders in Brits Indië. Op nummer 4, Gower Street North, werd een huis gevonden met op de deur een grote koperen plaats de aankondiging MRS. DICKENS'S ESTABLISFIMENT. Charles Dickens schreef hierover later aan Forster: I left, at a great many other doors, a great many circulars calling a. Forster Vol. I, Book I, ch. 1, p.13. In Bow Street waren gevestigd de 'Bow Street Runners', een soort douane politie. Politie in onze huidige zin bestond nog niet. -I 1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2001 | | pagina 22