Dickens en zijn schoolmeesters De%e lening gaat over Dickens en zfjn schoolmeesters. Vorige maand werden wij opgeschrikt door een e-mail van de voorzitter, die ons vroeg of wij iemand wisten om de lening voor de voo jaarsbijeenkomst te verzorgen. Zo iemand wisten wij, althans op zulk een korte termijn niet. Dn wat doe je dan? Nu, als Dordtenaar nooit voor een kleintje vervaard zjjude, laadje dan de taak op je schouders om zgtf in het krijt te treden. Den onderwerp diende zjch aan: Dickens en het onderwijs. Het onderwijs, zpals u reeds beluisterde, voor collega De Landtsheer en de schoolmeesters voor ondergetekende. Wij hadden maar een beperkte voorbereidingstijd, wat betekent dat wij onze beweringen slechts met een beperkte keuze uit het werk van Dickens hebben kunnen illustreren, maar wij vertrouwen erop dat u opgelucht bent dat deze lezing daardoor geen uren gaat duren, terwijl u allen, de voorzitter roerde dat al aan in zjjn convocatie, ter zake zeer kundig bent en dus waar nodig tot aanvulling van onze voorbeelden in staat. De vraag die in mijn deel van de lezing centraal staat is welk beeld Dickens ons toont van De Schoolmeester en in hoeverre dit beeld in onze 21' eeuw nog actueel is, met andere woorden: wat kunnen wij nu nog van Dickens leren? Laat ons uit gaan van Nederlands bekendste moderne filosoof, Johan Cruyff, met zijn onweerlegbare stelling: ellek foordeel hep se nadeel. Onmiskenbaar een vorm van dialectiek die in onze tijd zo populair is. Men is goed of men is fout, grijstinten kunnen wij maar moeilijk accepteren. Uitgaande van deze dialectiek treffen we bij Dickens wreedaards, die dgen in het terroriseren van de kwetsbare kinderziel, of zielige, beklagenswaardige figuren, door de samenleving verachte en uitgebuite slampampers die hun magere inkomen al tobbend eerder af- dan toe zien nemen. Het lijkt op het eerste gezicht niet moeilijk om de schoolmeesters van Dickens in een van deze categorieën te rangschikken, maar desalniettemin moeten wij de nuances niet uit het oog verliezen. Een nadere blik op de materie toont ons dat het palet waarin Dickens zijn schoolmeesters schildert - immer met de nodige dosis satire, waarvoor de doorgaans pompeuze onderwijspotentaten uit de negentiende eeuw zich uitstekend leenden - dat dit palet dus vele kleurschakeringen vertoont, waarmee Cruyff verwezen zij naar de dug-out waar hij thuishoort; die van de kletskoek. Dit alles neemt niet weg dat wellicht Dickens bekendste schoolmeester, Mr. Wackford Squeers uit Nickolas Nickleby een wreedaard van de eerste categorie is. Zijn wreedheid uit zich zowel lichamelijk als geestelijk. Ter illustratie een paar citaten: Nicholas Nickleby is onderweg om Mr. Squeers voor het eerst te ontmoeten: 'Half past three,muttered Mr. Squeers, turning from the window, and looking sulkily at the coffee- room clock. 'There will be nobody here to-day. Much vexed by his reflection, Mr. Squeers looked at the little boy to see whether he was doing anything he could beat him for. As he happened not to be doing anything at all, he merely boxed his "ars, and told him not to do it again. Er verstrijken enkele ogenblikken, waarin de nobele Squeers zich afVraagt waarom zich zo weinig pupillen melden. Wij citeren verder: Here the little boy on top of the trunk gave a violent sneeze. 'Halloa, sir!growled the schoolmaster, turning round. 'What's that, sir? 'Nothing, please sir,said the little boy. 'Nothing, sir!exclaimed Mr. Squeers. 'Please sir, I sneezed,rejoined the boy, trembling till the little trunk shook under him. 'Oh! sneezed, did you?'retorted Mr. Squeers. 'Then what did you say 'nothing' for, sir?' In default of a better answer to this question, the little boy screwed a couple of knuckles into each of his eyes and began to cry, wherefore Mr. Squeers knocked him off the trunk with a blow on one side of his face, and knocked him on again with a blow on the other. 'Wait till I get you down into Yorkshire, my young gentleman,said Mr. Squeers, 'and then I'll give you the rest. Willyou hold that noise, sir? Wij weten, geachte toehoorders, en het zal u niet verbazen, dat het met Mr. Squeers uiteindelijk slecht is afgelopen, tot in het gevang toe. 16

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2001 | | pagina 16