b ANaef-Hinderling, The Search for the Culprit, p.17.
c Sam Weller doet soms eerder aan Dickens zelf denken. Zie
mijn artikel in The Dutch Dickensian van maart ji. p.30.
d De breedsprakerig Sairey Gamp is een vrouw!
We recognize, of course, the florid style of the immortal Mr.Micawber, in whom
Dickens portrayed his father. When Mr.Micawber, out of work and penniless, learns that
there will soon be an additional child in the family, he reacts as follows: He gave us to
understand that in our children we lived again, and that, under the pressure of pecuniary
difficulties, any accession to their number was doubly welcome, (b)
Zijn Naef-Hinderling's woorden "Mr.Micawber, in whom Dickens portrayed his father"
juist? De vader van David Copperfield was overleden, zijn stiefvader heeft hem slechter
behandeld, dan zijn eigen vader ooit deed. Mr.Micawber heeft allerlei lieden erin laten lopen of
opgelicht, zoals Traddles, maar David heeft hij altijd ontzien en als kameraad behandeld. Geen
van de 'drie vader figuren' in David Copperfield, de overleden vader, de stiefvader en
mr.Micawber doen denken aan John Dickens. Zij worden alle drie in een heel verschillende
situaties ten tonele gevoerd. Bovendien was John Dickens anders dan mr.Micawber een harde
werker, die in het leren van de toen nog moeilijke stenografie en in het zich opwerken tot parle
mentair verslaggever, Charles een voorbeeld was. Is de breedsprakerigheid van mr.Micawber bij
het ontmaskeren van Uriah Heep, welke ontmaskering zorgvuldig met Traddles was voorbereid,
ook die van John Dickens? Of heeft de kunstenaar Dickens de hem door zijn vader vertrouwde
breedsprakerigheid dusdanig verwerkt, dat mr.Micawber 'immortal' werd. En mogen wij dan
zeggen, dat deze herschapen breedsprakerigheid, die van John Dickens was? Graham Storey laat
duidelijk zien, hoe aan mr.Micawber meer voorafgegaan is dan alleen John Dickens: Sam
Weller(c), Sairey Gamp(d), mr.Pecksniff, en zelfs Falstaff, al was de laatste geen schepping van
Charles Dickens.
Het artikel van Carlton John Dickens, Journalist, vermeldt echter een externe bron, die de
breedsprakerigheid van John Dickens aantoont. Dickens' vader heeft na zijn eerste gevan
genschap een tijd als journalist gewerkt bij de British Press. Carlton heeft getracht in die krant een
aantal artikelen van John over zeeverzekering op te sporen. Toen een van de verzekeringsmaat
schappijen in moeilijkheden was gekomen zou John Dickens geschreven hebben:
It does not appear whether there are any Reverends in the Direction of this Company -
a circumstance which is so conspicuous in that of the South Devon: should there be, it
would be very hard upon them; but never mind, they had no business to fish in troubled
waters. If they could 'command the winds, and smooth the ruffled deep', then, indeed,
they would form most potent and valuable auxiliaries to a Marine Insurance Company.
Helaas is er geen volledige zekerheid, dat de gevonden artikelen inderdaad aan John Dickens
moeten worden toegeschreven. Zij zijn nl. gesigneerd met "Z". Wel bewijst Carlton, dat John
Dickens in die tijd bij de British Press werkte en ook, dat hij negen artikelen over 'marine
assurance' heeft geschreven. Gezien het tijdstip waarop de artikelen zijn geschreven en gezien
het tijdstip, waarop in een bijeenkomst van Loyd's Committee gerefereerd wordt aan negen
artikelen over dat onderwerp van John Dickens, mag m.i. toch aangenomen worden, dat de
door Carlton in de British Press gevonden artikelen inderdaad van de hand van John Dickens
zijn. Wij mogen derhalve aannemen, dat John Dickens breedsprakerig was.