a P.Ackroyd, Dickens, ch.4,p.95-6. a M.Allem, Charles Dickens' Childhood, p.58. and to be observant, and no child with these faculties can have failed to notice that the streets were a breeding ground not only for disease but also for all forms of sexual licence; that Dickens's wanderings in London coincided with the onset of his own sexuality and puberty suggestes that he must have been profoundly affected by the far from decorous world he saw around him. Alleys and bushes were used as lavatories; sexual intercourse in the streets with prostutues was not uncommon and one only has to read some of the more direct reporting from the public houses and "low" quarters of the period to realise that, of all entertainments open to the indigent, just sex was free and was, a one historian put it, "the only pleasrue of the poor". In addition Dickens's entrance into the working life of Warren's, at this particular age, must have meant that he recived from his boyish companions something close to a complete sexual education. Child molestation was not infrequent in the period and thefts from children was something of an industry (kwown as a "kinching lay");...(a) Zou deze ervaring, waarover Dickens zweeg, mee gewerkt hebben aan zijn afkeer van zijn levenssfeer in het fabriekje? Dickens schreef Nicholas Nicklebj in 1938-1939, 27 jaar oud. Nu heeft Dickens' moeder zich veel om hem bekommerd. Zij gaf hem de eerste lees- en schrij flessen, zelfs wat Latijn. Zij heeft hem werk in de Blacking Factory bezorgd en hem daar bezocht. Zij heeft hem veel verteld over de gevangenen in de Marshalsea Prison. Via haar is Dickens bij Ellis Blackmore gekomen. Bij Doctors' Commons huurde Dickens samen met een familielid van zijn moeder een 'box' om zijn verslagen uit te werken. Door een oom aan moeders zijde kwam Dickens bij de Mirror of Parlia ment. Elizabeth heeft sinds zij Charles' jonge moeder was veel meegemaakt. Haar hele wereld is bijna ineengestort door toedoen van haar man, die drie maal wegens schulden werd gearresteerd, die de opvoeding van Frederick aan Charles moest overlaten, tegen wie Charles een waarschuwende advertentie moest plaatsen en die Charles tenslotte samen met haar 'verbande' naar Exeter. Wij moeten bedenken, dat Elizabeth uit een familie kwam van hard werkende kleine zelfstandigen. Het is hoogst onwaarschijnlijk, dat zij in 1839 nog dezelfde vrouw was als de jonge moeder van Charles in 1812. Zij zal bij haar totale afhankelijkheid van hem nauwelijks geweten hebben, hoe zich tegenover Charles te moeten gedragen. Mag men uit het beeld, dat Dickens van haar in mrs.Nickleby schetst, haar werkelijke persoonlijkheid als jonge moeder afleiden? Ik denk van niet. Naef-Hindeling geeft ons echter een plausibele verklaring, hoe het mogelijk is, dat dit het beeld is geworden, dat Charles, 32 jaar oud, van haar had? Het is echter zeker dat Elizabeth niet zó'n sterke vrouw was, dat zij t.a.v. geld uitgeven haar man in het gareel kon houden. Een dergelijke mening over Elizabeth Dicken wordt ondersteund door een beschrijving van haar in Lippincott's Magazine van Juni 1874 geciteerd in Michael Allen.(a) Allen citeert o.a.: The likeness between her and Mrs.Nickleby is simply the exaggeration of some slight peculiarities. She possessed an extraordinary sense of the ludricous, and her power of imitation was something quite astonishing. On entering a room she almost unconsciously took an inventory of its contents, and if anything happened to strike her as out of place or ridiculous, she would afterwards describe it in the quaintest possible manner. She had also a fine vein of pathos, and could bring tears to the eyes of her listeners when narrating some sad event... I am of opinion that a great deal of Dickens's genius was inherited from his mother... Charles was decidedly fond of her.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2001 | | pagina 23