b Edgar Johnson, Charles Dickens: His Tragedy and Triumph, Vol.I,part.IV,ch.5,p.350. a Ch.Dickens, David Copperfield, At the Clarendon Press, ch35p431 Er is een getuige uit 1841 van de verschillen tussen John en Elizabeth en van de onzekerheid en afhankelijkheid van beide ouders t.a.v. hun oudste zoon. Johnson vermeldde haar bevindingen: His whole family, she noted, held him in awe and were appreciably subdued in his presence, as if they feared to arouse his wrath. Of them all Frederick with his burlesque impersonalisations showed it least. But his mother, in the face of his displeasure, hardly dared indulge her love of dancing except with her son-in-law or some other relation; and that old buck, her husband, for all his corklike optimism and orotund phraseology, also kept a sharp eye on Dickens's moods.(b) Dat men voorzichtig moet zijn om af te gaan op een bepaald beeld, dat Dickens van zijn moeder in een van zijn werken vorm gaf - ook al bevestigt hij zelf de juistheid van dat beeld in een brief - blijkt uit heel andere moederbeelden, die banden kunnen hebben met zijn jeugd. In David Copperjïeldis David's moeder niet een babbelzuchtige vrouw. Men is geneigd mrs. Micawber met Elizabeth gelijk te stellen, maar welke is de band tussen Aunt Betsey en haar? En dan is er nog het tedere verhaal A Child's Dream of a Star in Household Words van 6 April 1850. Het schetst een uitzonderlijk hechte band tussen een broer en een zuster. Zij sterft eerder en wordt een ster. Een pasgeboren jonger broertje sterft daarna en voegt zich bij haar. En het jongetje: He grew to be a young man, and was busy at his books, when an old servant came to him, and said: "Thy mother is no more. I bring her blessing on her darling son!" Again at night he saw the star, and all that former company. Said his sister's angel to the leader: "Is my brother come?" And he said, "Thy mother!" A mighty cry of joy went forth through all the star, because the mother was re-umted to her two children. And he stretched out his arms an cried, "O mother, sister, and brother. I am here! Take me!" And they answered him "Not yet," and the star was shining. Dit verhaal werd in dezelfde maand gepubliceerd als de hoofdstukken 35 - 37 van David Copperfield. In hoofdstuk 35 heeft Davids tante geen geld meer voor zijn verdere opleiding als proctor. Na een openhartig gesprek met haar gaat David slapen en heeft dromerige beelden: Lying still, after that, I found that she sat down near me, whispering to herself "Poor boy!" And then it made me twenty times more wretched, to know how unselfishy mind ful she was of me, and how selfishly mindful I was of myself.(a) Naef-Hinderling hecht veel waarde aan Dickens'associatie van baby's met jonge varkentjes.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2001 | | pagina 24