c J.forster, The Life of Charles Dickens, Vol.I,Book Ich1p6 a J.Forster, The Life of Charles Dickens, Vol.I,Book I,ch.I,p.8-9. He was a very little and a very sickly boy. He was subjected to attacks of violent spasm which disabled him for any active exertion. He was never a good litde cricket-player; he was never a first-rate hand at marbles or peg-top, or prisoner's base.(c) Hierop kwam echter een heel individuele reactie: Zijn lezen en de daarmee gepaard gaande fantasieën, waarbij hij zich identificeerde met de karakters waarover hij las. Hier ligt de eerste ontwikkeling van de latere auteur, die in zijn werkkamer soms de karakters van zijn eigen boeken speelde, soms met die karakters worstelde omdat zij iets anders wilden dan aanvankelijk zijn opzet was, en van wie hij na het eindigen van een roman moeilijk afscheid kon nemen. Merkwaardig is ook, dat dit beleven van de verhalen die de jonge Charles las, geen volledige werkelijkheidsvlucht was, want hij las, terwijl hij keek hoe zijn vriendjes speelden. Hij trok zich niet volledig terug in een andere wereld. Hij kon aan de beproevingen, die zijn constitutie hem oplegde, niet ontkomen, maar zag - hoe onbewust als kind ook - toch de werkelijkheid onder ogen en wist zich met deze werkelijkheid te verzoenen door het beleven van een andere wereld met een eigen werkelijkheid. De beide 'werkelijkheden' werden verbonden: Every barn in the neighbourhood, every stone in the church, and every foot of the churchyard, had some association of its own, in my mind, connected with these books, and stood for some locality made famous in them. (a) Het voorgaande lijkt tegenstrijdig. Echter: tengevolge van de door Naef-Hinderüng geschetste ontwikkelingen, leefden er vermoedelijk in Dickens twee van elkaar gescheiden moederbeelden. De uitersten zijn vermoedelijk Mrs.Nickleby en Aunt Betsey. Dit is dan een kenmerk van Dickens karakter. Daarnaast is er echter de werkelijke Elizabeth Dickens-Barrow, een intelligente levens- en danslustige jonge vrouw, wier leven door haar man en zoon geleidelijk werd vergald. Bovendien hebben zij, en haar familie, een positievere betekenis voor Charles en diens levensloop gehad, dan John Dickens. Helaas heeft bijna niemand over haar geschreven. Wij komen hierop terug.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2001 | | pagina 26