VAN DE REDACTIE
Bemoedigende woorden van onze president, en het doortastend optreden van onze
penningmeester die het kopiëren verzorgde, waren aanleiding om toch weer het redacteurschap
van The Dutch Dickensian op te nemen. Bovendien werkte ook een langdurig verblijf in
Frankrijk zeer heilzaam. Opnieuw was Dickens daar een grote troost, dit keer in het Frans. Zeer
leesbaar, hoewel een woordenboek zeker nuttig en noodzakelijk is. Ook in het Frans zijn de
capriolen van de Pickwickians zeer vermakelijk, en is het lijden van Smike in de schaduw van
zijn verliefde vriend Nicolas Nickleby - een bron van tranen.
Met dit nummer 41 sluit volume XXI af, met een heerlijke bespiegeling van Liesbeth van Aalst,
met een kernachtige reportage van Pieter de Groot die steeds verder doordringt in de echte
wereld van de Dickensians en nu Dickens geboortestad aandeed, terwijl Guus de Landtsheer ons
meeneemt naar de stad waar Dickens gelukkige jeugdjaren doorbracht. En natuurlijk leidt dat
alles naar de vrouw waar Dickens zo ambivalent over heeft geschreven: zijn moeder. Onze
gelouterde doctor J.A. Ebbinge Wubben analyseert haar grondig, en maakt duidelijk dat Mrs.
Elizabeth Dickens-Barrow wel degelijk heel wat meer was dan een simpele Mrs. Nickleby!
De redactie wacht met spanning af welke kopij in de komende tijd haar wordt toegezonden.