wegens schulden gevangene vertoevende binnen de muren van de gevangenis. Tijdens het hele proces moest hij binnen de muren verblijven, behoudens ontheffing op doktersadvies. Als de rechtbank oordeelde, dat hem vooreen bepaalde periode het 'benefit of the act' werd onthouden, dan kon de rechtbank tevens uitspreken, dat hij in die periode binnen de muren moest blijven. Deze laatste bepaling was echter al eerder ingevoerd, nl. in 1822. Het was onmogelijk, de 'Rules' geheel af te schaffen. Zij vormden nl. ook een 'overloop', wanneer de gevangenissen te vol raakten. Wij zagen, dat de Marshal van King's Bench £2,823 per jaar verdiende aan 'fees' voor het verlenen van toestemming om in de 'Rules' te leven. Dat was meer dan de helft van zijn inkomsten. Ter vergelijking: wij zagen dat John Dickens bij zijn gijzeling ca. £350 per jaar verdiende. En Charles trouwde, toen hij nog slechts voor ca. £200 per jaar enige zekerheid had. De Warden van de Fleet verdiende vanaf maart 1812 tot maart 1815 aan de Rules gemiddeld £1,130 per jaar. Het is duidelijk dat voor Marshal en Warden aan het behoud van deze inkomsten alles gelegen was, en dat zij het verblijf van gevangenen in de Rules eerder hebben bevorderd dan geremd. De Marshal en Warden moesten zich echter wel veilig stellen tegen weglopen of ontsnappen uit de 'Rules'. Ten aanzien van de Fleet schreef daarover het Committee van 1818, dat de zekerheid bestond uit een machtiging (warrant of attorney) aan de Warden om alle opgeëiste schulden van de gevangene te erkennen, met aan de achterzijde een vervallen van de mach-tiging (defeazance), ingeval geen ont snapping plaats vond. De Warden ontving hiervoor een zeker percentage van het bedrag van de schulden, maar gewoonlijk niet meer dan 5% overde eerste £100 en 214% overde rest. De gevangene moest daarboven nog £1.10s.2V2d. betalen voor de zegel en lOs.ód. voor de klerk. Misschien had hij zich - om meer ruimte van beweging te hebben - laten overbrengen naar King's Bench Prison om daar in de 'Rules' te gaan wonen. Naast het hierboven geschetste 'privilege of the rules', was er nog de 'day rule'. Beide privileges werden uiteengezet in een rechtszaak voor de Court of Common Pleas in 1826. Bij het verlenen van een 'day rule' kon de gevangene de gevangenis één dag verlaten, ook buiten de 'Rules' gaan, maar moest 's-avonds tijdig terug zijn. In dit geding zei Sergeant Vaughan, dat "in the King's Bench a 'day rule' expired at nine o'clock at night; but it was not so in the Fleet, where it continued all day". Het geding ging hier tegen de Warden van Fleet, wegens het laten ontsnappen van een gevangene. Volgens de Commissioners van 1818 eindigde bij de Fleet Prison de Day Rules om 11 uur 's-avonds. Zij schreven, dat voor de 'day rule' eenzelfde zekerheid moest wor den gegeven als voor de toestemming om binnen de 'Rules' te mogen verblijven. De gevangene kon een 'day rule' alleen verkrijgen in de perioden (terms) waarin de Court of Common Pleas en de Court of Exchequer zitting hadden. De beambte van deze rechtbanken kreeg er een 'fee' voor van 1 s.l Od. De gevangene was dan min of meer vrij, niet gebonden aan het gebied van de 'Rules', vanaf de opening van de The Pickwick Papers: Opgemerkt moet worden, dat, had Pickwick werkelijk geleefd, hij zich een plaatsje in de 'Rules' van de Fleet zou hebben gehuurd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2002 | | pagina 14