VAN DE REDACTIE
Volgens Kees Fens had met de publicatie van "The World of Charles Dickens" door Angus
Wilson in 1970 de Dickens-studie het allerhoogste in de literatuur bereikt. Fens stelde vast: "Zij
(de Dickens studie) is vastgelopen, want de weg is ten einde", en hij stelde voor de Dickens-
bibliotheek te sluiten, alles te vergeten wat er over Dickens is geschreven, (alle vondsten terug te
brengen naar de oorspronkelijke vindplaatsen), en dan na een tijd van verplichte stilte en na de
dood van de laatste grote Dickens-kenner opnieuw te beginnen aan een tweede Dickens-
bibliotheek. Die dan over 150 of 200 jaar nagenoeg volmaakt gelijk zal zijn aan de eerste. Een jaar
na deze opmerking sloot één van de grote en zeker de meest bekende van de Nederlandse
Dickens-kenners de ogen, maar toch maar toch bleef het gedachtegoed van Dickens voortleven,
zeker in de Haarlem Branch.
Onze president gaat in zijn bijdrage terecht in op de huidige recessie, slaat vervolgens achteloos
een bruggetje naar de tijd van Dickens en snijdt vervolgens het fenomeen "workhouses" aan, de
belangrijkste leveranciers van onderwijsmateriaal aan de anatomische scholen. Guus de
Landtsheer gaat in zijn artikel "The Victorian Workhouses" uitvoerig in op de achtergronden van
deze "zorgverlening" aan de armsten in de Engelse samenleving van die tijd. Ian Anstruther
citeert in zijn boek "The Scandal of the Andovere Workhouse" (1973) een populair liedje dat de
staatjeugd zong als de doodskisten het "Workhouse" werden uitgereden:
Ratde his bones
Over the stones
He's only a pauper
Whom nobody owns.
Onze Dickens-wetgeleerde J.A. Ebbinge Wubben vervolgt zijn studie over de belevenissen van
Mr. Pickwick en Sam Weller in het bijzonder in de Fleet Prison, en beschrijft nauwkeurig de
dagelijkse gang van zaken in deze instelling, waar in zekere zin alles te koop is. Volgens een
vertrouwelijke mededeling van onze president heeft de heer Ebbinge Wubben zich bereid
verklaard om ten minste tot 2008 zijn bijdragen aan de Dutch Dickensian te blijven leveren.
Waarvan acte!
Een andere jurist met enige kennis omtrent Dickens, Jan Kabel, beschrijft de boeiende rechtzaak
"Dickens v. Hawksley" n.a.v. het manuscript van Dickens's "The Life of Our Lord", en met
name de auteursrechten daarvan, 64 jaar na de dood van Dickens. De publicatierechten werden
voor 40.000 pond verworven door Associated Newspapers Ltd.
Verheugend is de inzending van een "kort resumé" van een bestuursvergadering, gehouden op
vrijdag 11 maart 1983. Een en ander vond plaats kort na de machtsovername binnen de Haarlem
Branch door het triumviraat van de Groningse maffia. De bewindvoerders waren in die dagen
zeer krachtig en kort van stof. Opvallend is het feit dat er melding wordt gemaakt van de
overdracht van het archief door de heer Keene aan zijn opvolger de heer Van Kessel.
Boeiend is de bijdrage van Roselinde Supheert over "De Victoriaanse Top Tien" (in Nederland),
en met name over de invloed en rol van de twee belangrijkste literaire tijdschriften uit die tijd:
"De Gids" en "Piet Leeskabinet". (De redactie beschikt over het archief dat Bernt Luger
samenstelde n.a.v. de werkzaamheden van de werkgroep "Dickens in Nederland in de 19de eeuw"
in de periode 1989-1990, en waarbij behalve "De Gids" en "Het Leeskabinet", ook het tijdschrift
"Vaderlandsche Letteroefeningen" betrokken werd.)