Slechts bij Balzac noemt zij even van Stefan Zweig Drel Meister. Ik heb dit laatste zelf gelezen, het was in mijn herinnering erg kort en oppervlakkig, zo, dat ik er geen kopie van maakte in mijn documentatie, en het niet vermeldde in mijn proefschrift. Ik geloof dat Henriëtte weinig kende van de vele korte verhalen en schetsen van Dickens, al geloof ik niet dat die veel aan haar oordeel zouden wijzigen. Zij ziet de geschriften van geen van de drie schrijvers als zelfstandig kunstwerken, die niet met de personen van de schrijvers geïdentificeerd mogen worden, al klinkt die er wel in door. Ook kan ik in Mr Pickwick duidelijk een ontwikkeling in zijn persoon zien, evenals in David Copperfield. In Little Dorrit ondergaan William, Amy, Arthur en zelf mrs.Clenman duidelijke veranderingen en zijn zij niet slechts typen. Maar juist als wij haar boekje zo bekijken is het bijzonder leerzaam, zowel voor Dickens als ook voor ons begrijpen van Henriëtte zelf. Ik hoop de gelegenheid e hebben om op enkele van de genoemde boeken terug te komen. SAMUKC PXCSCWICK

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2003 | | pagina 38