ONS VIERDE TIJDVAK Beschouwingen over contemporaine geschiedenis. Afscheidscollege door Prof.H.L.Wesseling. Amsterdam Bert Bakker 2002. - 41p.+noten. ISBN 90 351 2523 1 Boekbespreking door mr.J.A.Ebbinge Wubben. Prof.Wesseling deelt zijn betoog in drie delen; 'ons', 'vierde' en 'tijdvak'. In het eerste deel, 'ons' neemt Wesseüng volledig afstand van de indeling oude geschiedenis, middeleeuwen, nieuwe geschiedenis e.d., welke geheel ontwikkeld is voor de Europese geschiedenis, maar voor Azië en andere werelddelen volslagen niet van toepassing is. Bovendien kwam in de jaren twintig van de vorige eeuw onder invloed van de Eerste Wereldoorlog een pleidooi op voor de studie van een 'comtemporary history', waarmee de geschiedenis en voorgeschiedenis van de Eerste Wereldoorlog werd bedoel den niet de tijd van de nieuwste geschiedenis na 1789. Vanaf die tijd stamt de zegetocht van de contemporaine geschiedenis met zijn vele nimmer aflatende crises en problemen als de dictaturen, de economische wereldcrisis, de Tweede Wereldoorlog, de Koude Oorlog et cetera. In Engeland wordt 'contemporany history' in toenemende mate gebruikt voor de tijd na 1945 en ook de Fransen hebben hun eigen indeling. Het blijft echter zinvol de overgang van de Middeleeuwen naar de Nieuw Tijd te handhaven. Met name de ontdekking van de zeewegen naar Afrika en Azië en de ontdekking van Amerika waren van beslissende betekenis voor de verdere loop van de wereldgeschiedenis. Tot de laatste decennia van de 19e eeuw blijft echter de cultuur van Europa domineren. Grote delen van Afrika en Azië werden door Europa veroverd. Dit verandert echter dan. Het Europese aandeel in de wereldbevolking, gegroeid van de 15e eeuw, neemt af. De arbeidersbevolking komt op, begin van de sociale wetgeving, algemeen kiesrecht, massapartijen, leerplicht, industriële revolutie niet meer alleen in Engeland, staal in plaats van ijzer, olie en elektriciteit, chemische industrie, Suezkanaal, Panamakanaal, stoomschip, bijna 18 miljoen emigranten uit Europa, duizelingwekkende kapitaalexport, opkomst van Japan, opkost van de Verenigde Staten. De afgelopen eeuw roept gemengde gevoelens op. Ze doen denken aan de beroemde openingszinnen van Charles Dickens' A tale of two cities: "Het was de beste der tijden, het was de slechtste der tijden, het was de eeuw der wijsheid, het was die der dwaasheid, het was het tijdvak van het geloof, het was dat van het ongeloof, het was het jaargetijde van het licht, het was dat der duisternis, het was de lente van de hoop, het was de winter der wanhoop, wij hadden alles te verwachten, we hadden niets te verwachten." Dat boek gaat echter niet over de twintigste eeuw, want het speelt ten tijde van de Franse Revolutie. Op de tijd na 1870 zijn deze woorden evenzeer van toepassing. Alle koloniën zijn weer onafhankelijk geworden, de arbeidersklasse bestaat in feite niet meer, de vrouw is geëmancipeerd, tientallen miljoenen mensen zijn vermoord in Duitsland, Rusland, China, de levensverwachting is bijna verdubbeld, we vliegen interstellair, wie kan zich de tijd zonder zaktelefoons, televisie e.a. nog voorstellen? Het boven kort weergegeven boekje is uitnemend geschikt voor ieder die zich een hoofdindruk van de wereldgeschiedenis wil voorstellen en de geschiktheid van Dickens denkwereld daarbij. E.W.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2003 | | pagina 39