Het was een genoegen voor de redactie dit nummer samen te stellen. Na drie maanden in de Franse campagne te hebben doorgebracht, geteisterd door de hitte van de dag, gekoesterd door de milde nachten, getroost door druiven- en gerstennat, lag bij thuiskomst de kopij voor het 48ste nummer al klaar op de deurmat. Alweer het 20ste nummer waarvoor deze redactie mede verantwoordelijk is. Het wordt de hoogste tijd voor een nieuwe redactie. Maar dit ter zijde. Onze Dickensgeleerden Ebbinge Wubben en Kooiman staan weer borg voor een doorwrochte wetenschappelijke bijdrage, Jan Hijink filosofeert luchtig, maar wel historisch onderbouwd - hoewel soms onnavolgbaar - over de relatie Dickens, Pickwick en de thee, en zet een nieuwe Dickensoord op de kaart: Gumbleton. Overigens weet de redactie uit een afgesloten werkzaam leven dat thee als substituut voor de afwezige moederborst - zoals mr. Chick suggereerde t.a.v. de pas geboren Paul Dombey - wel degelijk een optie is. Vooral bij zuigelingen met maag-darm bezwaren zijn voedingen met slappe thee bijzonder zinvol. De oude Boerhaave adviseerde in die siuatie ook wel gebruik te maken van een zachte rosé. Opvallend hoe in dit nummer voortdurend Samuel Pickwick rondwaart. (De redactie heeft ook nog enkele Pickwickianen voor u uitgezocht) Nog steeds verblijft hij met Sam Weller in de Fleet Street Prison, en daar gebeurden heel andere dingen dan alleen maar cozy tea-parties. En dan ineens krijgt ook Delft een plekje in Dickensland. Nieman minder dan Liesbeth van Aalst komt daar tussen de rekken met oude boeken onze eigen Pickwick tegen. Een wonderbaarlijke verschijning in een pand waar blijkbaar kort tevoren een sexy lingerie winkel was gevestigd. Dat Liesbeth de onthutste man verleidt kan geen toeval zijn. Lees vooral dat artikel! Ook Guus de Landtsheer verdwaalt in Dickensland, terug in de tijd, en wel met als gids "Dickens's England"van Michael en Mollie Hardwick. In dit nummer vier bijdragen onder de noemer van "Boekbespreking". De redactie had daar nog graag een beschouwing aan toegevoegd over een lied van Jacques Brei, dat zij eindeloos draaide in de Franse campagne, met name omdat in de tekst een "Dickensiaan uit Monferland" in voorkwam. Na de dertigste keer kreeg zij enig argwaan, en besloot een gedrukte tekst van het lied te bemachtigen. De desillusie was groot, de redactie had beter moeten weten, nergens in de Brel- biografieën wordt Dickens vernoemd. En "de Dickensiaan uit Monferland" bleek dan ook niemand anders dan "de Dikke Sjaan uit Monferland". Maar het blijft een mooi lied!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2003 | | pagina 3