In making an arrest of the person to operate not merely as a means of procuring satisfaction from the debtors' property, but as a discharge of the debt, except when the debtor dies in prison; In making the imprisonment a condition precedent to the personal discharge of a debtor who surrenders his property without fraud; In not compelling the debtor to discover and surrender his property where he is in custody, and in not providing means for making all his property available when he absconds. Men kan haast zeggen mens en eigendom waren verwisselbare zaken. De veroordeelde schuldenaar diende, aldus de commissie, gevrijwaard te worden van gevangenschap, als hij waarborg gaf mee te zullen werken aan het ter beschikking stellen van al zijn eigendom voor schulddelging. Tegen de gevangen of uitgeweken schuldenaar moesten strafmaatregelen kunnen worden genomen als zij aan executie op hun vermogen niet meewerkten. De Commissioners bepleitten overigens nagenoeg totale afschaffing van de gevangenschap wegens schuld. Bij onmogelijkheid de schuld op vermogensbe standdelen te verhalen, bleef echter bij weigering van de schuldenaar mee te werken, diens persoon een vervanging van zijn eigendom, en was hij zo een verhaalsobject of zaak. Op 1 Mei 1833 verscheen in The Times als ingezonden brief de geschiedenis van Sophia Hallen. Zij zat gevangen, omdat zij de rekening (£100) van haar attorney niet wilde betalen. Deze had haar instructies niet opgevolgd, door geld dat hij voor haar onder zich had, niet in het schedule te vermelden. Na verscheidene jaren gevangenschap, wist de attorney op grond van de Lords' Act haar veroordeeld te krijgen tot 7 jaren transportatie over zee. De schrijver van de brief fulmineerde tegen de mogelijkheid van een dergelijke obstinaatheid van de gevangene, en de daarop staande extreme straf en van een dergelijk handelen van haar attorney. De wet moest worden aangepast. Onder druk van andere parlementsleden maar ook van buiten het parlement diende op 13 Juni 1833, nog vlak vóór de 'long vacation', de Solicitor General een wetsontwerp bij het House of Commons in om de gevangenschap wegens schuld af te schaffen en nieuwe mogelijkheden voor de schuldeisers te scheppen om hun vorderingen te innen. Het wetsontwerp volgde in grote trekken de voorstellen van het Fourth Report Superior Courts of Common Law 1832. Op 19 en 29 juni 1833 nam The Times de eerder vermelde brieven op van 'Crux', geschreven in de Whitecross-street prison over de morele en sociale gevolgen van de gevangenschap wegens schuld. Het insolventierecht demoraliseerde! Het maakte de gevangene tot wat het vooronderstelde. Doordat de indiener van het wetsvoorstel van 13 juni 1833 ophield lid te zijn van het House of Commons, werd het voorstel niet verder behandeld. Mr.Pollock diende op 22 mei 1834 een nieuw voorstel in. Het ging weliswaar veel minder ver, doordat het zich beperkte tot een gedeeltelijke afschaffing van het Mesne Process.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2004 | | pagina 20