IN MEMORIAM MR. DR. JAN ANTONI EBBINGE WUBBEN (1920-2004)
Op 24 januari 2004 overleed na een kortstondig ziekbed ons eminent lid van de Haarlem Branch
Mr. J.A. Ebbinge Wubben. Een man met een karakteristieke verschijning, bescheiden, in alle
opzichten een gendeman. Aan de Haarlem Branch heeft hij op eigen wijze veel bijgedragen, niet
alleen door zijn regelmatige aanwzigheid op onze bijeenkomsten, maar met name door zijn
uitvoerige bijdragen in The Dutch Dickensian. Op 6 november 2000 promoveerde hij op zijn
proefschrift "Charles Dickens en gevangenschap wegens Schulden". Vanaf no. 39 van TDD
volgde een onafgebroken reeks van elf doorwrochte artikelen voortvloeiend uit zijn studie over
Dickens en het Engelse Recht in de 19de eeuw.
Overigens had hij al eerder de leden van de Haarlem Branch geconfronteerd met dit thema, en
wel door een lezing op 28 februari 1981 in "De Rusthoek": "Het Recht en Dickens, Dickens en
het Recht". Op 23 maart 1996 hield hij, opnieuw in De Rusthoek, een lezing met de intrigerende
titel "Dickens' verheimelijke vader". Het bleek een zoektocht naar de relatie van Dickens en zijn
vader, weggestopt in de werken en korte verhalen. In mijn herinnering werd hij vanaf de eerste
zin door zijn kordate vrouw aangemoedigd luider te spreken. De zoektocht leidde na drie
kwartier tot een opmerkelijke conclusie: "De vader was helemaal niet de bonvivant zoals mr.
Micawber, integendeel, hij was een harde werker".
De Haarlem Branch is Mr. Dr. Ebbinge Wubben veel verschuldigd, wij bewaren aan hem de
beste herinneringen.
Cees van Steijnen.