MOORD EN BRAND Misdaad in leven en werk van Charles Dickens In de winter van 1852, toen een golf van barbaars geweld Londen nóg onveiliger maakte dan het al was, werd de roep om -inmiddels afgeschafte- lijfstraffen zoals het ranselen met de zweep, opnieuw in te voeren, vaker gehoord. In reactie hierop schreef Dickens het volgende: ..it is a natural and generous impulse to be indignant at the perpetration of inconceivable brutality, but I doubt the whipping panacea gravely. Not in the least regard or pity for the criminal, whom I hold in far lower estimation than a mad wolf, but in consideration for the general tone and feeling, which is very much improved since the whipping times. It is bad for a people to be familiarised with such punishments." Als alternatief voor het zwepen stelt Dickens voor: .at least quadruple the term of imprisonment for aggrevated assaults and above all let us, in such cases, have no Pet Prisoning, vainglorifying, strong soup and roasted meats but hard work, and one unchanging and uncompromising dietary of bread and water, well or ill; and we shall do much better than by going down into the dark to grope for the whip among the rusty fragments of the rack, and the branding iron, and the chains and gibbet from the public roads, and die weights that pressed men to death in the cells of Newgate." Hoewel zijn argument, dat mèt het afschaffen van de zweep in gevangenissen deze straf ook (in theorie) verdween uit armenhuizen, scholen en krankzinnigengestichten, hout snijdt, moeten wij zijn genadeloze oordeel over de misdadiger als "mad wolf'zien in het kader van zijn tijd, waarin men zich niet bezig hield met de diepere zieleroerselen van de crimineel, noch zijn al dan niet traumatische jeugd. Zoals de meeste van zijn tijdgenoten had Dickens weinig fiducie in systemen die erop gericht waren, het verdwaalde schaap terug naar de kudde te voeren. Naarmate de jaren verstreken, werd zijn oordeel er niet milder op; waar het de zweep betreft, ontwikkelde hij zich zelfs tot voorstander; in zijn artikel "The Ruffian"schrijft hij: "..I would have his back scarified often and deep." Vele ijveraars voor de afschaffing van de doodstraf meenden in Dickens —the great Reformer- een enthousiast medevechter te vinden en aanvankelijk was hij dat ook., getuige de brieven die hij publiceerde in de Daily Mail in 1840 naar aanleiding van de eerste openbare executie die hij bijwoonde in juli van dat jaar. De ervaring vervulde hem met afschuw en hij pleitte dan ook voor "the total abolition of the Punishment of Death, as a general principle, for the advantage of society, for the prevention of crime, and without the least reference to, or tenderness for any individual malefactor whatever." Duidelijke taal, waarbij hij echter benadrukte, dat het effect van een openbare executie op de bevolking desastreus was: "..again, it is a great question wether ignorant and dissolute persons (ever the great body of spectators as few others will attend) seeing that murder done, and not having seen the other, will not, almost of necessity, sympathise with the man who dies before them; especially as he is shown, a martyr to their fancy —tied and bound alone among scores- with every kind of odds against him." De mensonterende taferelen die zich voordeden bij de dubbele executie van het echtpaar Manning in 1849, deden hem opnieuw naar de pen grijpen. In brieven naar de Times beschreef hij hoe dronkenschap en liederlijkheid de boventoon voerden; kinderen keken vanaf de schouders van hun ouders toe, hoe onder gejuich de moordenaars werden gehangen. De atmosfeer wordt met grote passie en welsprekendheid als volgt door Dickens omschreven: "I believe dat a sight so inconceivably awful as the wickedness and levity of the immense crowd collected at that execution this morning, could be imagined by no man, and could be presented in no heathen land under the sun. The horrors of the gibbet and of the crime which brought the wretched murderers to it, faded in my mind before the atrocious bearing, looks and language of the assembled spectators." Voortvloeiend uit zijn —terechte- walging over de kermis die rond het gebeuren bestond, was zijn plan voor "Private Executions", een plan dat hij in dezelfde brieven introduceert. Tot woede en teleurstelling van de "totale afschaffers"die in hem een machtig strijdgenoot verloren. Zij vreesden bovendien, dat als dit compromis ingang zou vinden, het idee van totale afschaffing in de onderste bureaulade zou verdwijnen. Wat hield deze suggestie van Dickens voor een "Private Execution" in Vanaf het moment dat het vonnis wordt uitgesproken, is de moordenaar dood voor de wereld buiten de gevangenis; geen enkele communicatie met wie ook, is toegestaan. De executie binnen de muren van de gevangenis moet uitgevoerd worden met de "terrible solemnity" die het gebeuren vereist.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2004 | | pagina 41