MIJN DICKENS VERZAMELING Dining with DICKENS Cedric Dickens, Goring-on-Thames, 1984 Tweedehands gekocht voor 10 Het bovenvermelde boekje leidt een wat onrustig bestaan in mijn boekenkast. U moet weten dat naast mijn passie voor geschiedenis en de liefde voor Dickens ik mij, weliswaar in het geheim dus ik hoop dat U het niet verder vertelt, ook nog bezighoud met koken. Omdat ik op dat gebied echter alleen regionaal, dat wil zeggen bij mij thuis, enige faam heb verworven, moet ik voor inspiratie nog steeds een kookboek gebruiken. In de verhalen van Dickens gaat het er kooktechnisch gezien nogal ambivalent aan toe. Of de hoofdpersonen eten zeer schamel en hen loopt het water al uit de mond als zij iemand brood met alleen boter zien eten of als zij in een pub komen heeft de waard nog juist een restje koud vlees over, dat zij vervolgens verheugd wegspoelen met een alcoholische versnapering aangelengd met warm water. Ik kan mij nauwelijks voorstellen dat iemand daar in die tijd echt van genoot. Volgens mij geloofde Dickens dat ook niet echt, want tegenover dit karige maal zien we zijn meer geslaagde personages zich uitbundig tegoed doen aan maaltijden, die weer het andere uiterste van het spectrum beschrijven. Maaltijden zo overdadig dat bij de moderne mens daar zeker de dood of op z'n minst toch een spoedopname in het ziekenhuis op zou volgen. Terug naar het boekje. Dickens en koken, waar hoort het werkje nu thuis? Op de plank met kookboeken of in mijn Dickens verzameling? Staan er recepten in of is het meer bedoeld om duidelijk te maken wat er zoal door Dickens zelf en door zijn roman-figuren werd gegeten? Het antwoord is tweemaal bevestigend, dus daar schieten we niet zoveel mee op. Heeft de schrijver iets toe te voegen, aan de kennis over het denken, werken en leven van de auteur? Wel daar zit waarschijnlijk het probleem dat ik met dit werkje heb. Cedric is, dat zal U niet verbazen familie van Charles, nl. zijn 'great-grandson', en duidelijk een levensgenieter. Dat blijk al uit de eerste zin van de Introduction: De foto achter op de omslag doet niets anders vermoeden. Daar zien we een goedgehumeurde man met pijp en een bierpul in zijn hand bij een uithangboord met de tekst Dickens Inn. De tekst vermeldt dat Cedric de eigenaar is van deze pub in London en van een pub met dezelfde naam in Philadelphia. Dit was in 1984 zijn bezigheid na zijn pensionering als directielid van een computer firma. Hij zegt vooral geïnteresseerd te zijn in het culinaire van de 19e eeuw, van Charles dus. Dat lijkt me geen toeval; evenals dit boekje, het tweede van zijn hand (het eerste werkje heeft als titel: Drinking with Dickens). Wat doe je als je een horeca-eigenaar bent en de achterkleinzoon van de grote Charles Dickens? Juist dan schrijf je boekjes over eten en drinken. Vervolgens plaatsje wat stukjes uit de romans van je overgrootvader, waarin het over hetzelfde gaat en dan nog een enkel stukje van jezelf, wat oude herinneringen uit de familie of van je vele reizen en tot slot niet vergeten op de omslag en de titelpagina te vermelden dat de schrijver familie is van de grote Dickens en klaar is Kees, of liever gezegd Cedric. Toch is daarmee nog niet alles gezegd. De inhoud is in zijn soort namelijk niet onaardig als we het commerciële aspect even vergeten. Het eerste deel van het boekje, (het tweede bevat alleen recepten), staat vol met aanhalingen uit Dickens' romans die gaan over eten en eters en enkele recepten van typische Dickensiaanse gerechten. Toen ik het las in de Kersttijd bij de open haard met een glas wijn onder handbereik vertoefde ik enkele uren in die prettige sfeer die we ook wel 'Pickwickian' noemen. Tot slot wil ik U hier het recept voor originele Engelse toast (dus niet het geëlektrocuteerde witbrood van tegenwoordig) niet onthouden. Guus de Landtsheer Two things have given me great pleasure in life -food and drink. Hot Buttered Toast: Use bread that is at least two days old and with a long sharp-blade knife cut off the bottom crust and then as many slices as you require, about a quarter of an inch thick. Contrive to have a clear fire; place a slice on a toasting fork, about an inch from one of the sides, hold it a minute before the fire, turn it, and do the same for the other side. The bread will now be thoroughly hot and back to the first side, move the bread slowly over the surface of the fire until it has become a golden colour; then do the same for the other side. On a board cut the other three crusts off butter without pressing the knife into the bread, cut into four and pile up with the other slices in a warm place on a wire rack.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2004 | | pagina 45